Vertrouwen SP in rekenkamercommissie
Vertrouwen SP in rekenkamercommissie
In de commotie van de laatste tijd, waarin de positie van de rekenkamercommissie onder druk staat, is de SP van mening dat alle partijen verantwoording moeten afleggen over hun positie in het geheel. De SP zet hier zelf de eerste stap in door volmondig het vertrouwen in de rekenkamercommissie uit te spreken en volledige openheid van zaken te geven.
Het voorstel van Lokaal Veenendaal, om het aantal raadsleden binnen de rekenkamercommissie te flexibiliseren, is wat de SP betreft absoluut geen opmaat naar een rekenkamer zonder raadsleden. De SP gaf enkel steun aan het voorstel om de continuïteit van de rekenkamercommissie te waarborgen nu er een vacature is die zich niet door een raadslid laat opvullen. De SP betreurt dat, door onheuse argumenten van een aantal partijen, (steun aan) het voorstel gezien kan worden als een motie van wantrouwen tegen de commissie.
WEL OF GEEN RAADSLEDEN?
De SP heeft nog geen standpunt ingenomen of er een rekenkamercommissie moet zijn waarin raadsleden zitting hebben, of een rekenkamer zonder raadsleden. Voor beide varianten is wat te zeggen. De praktijk is, dat Veenendaal een rekenkamercommissie heeft met raadsleden, en dat die commissie tot op de dag van vandaag louter goed werk heeft afgeleverd. De uitgebrachte rapporten geven een goed beeld van het functioneren van de gemeente. Het rapport over de sociale werkvoorziening IW4 is mede de basis geweest voor de SP-motie om meer sociale sturing over de werkvoorziening te krijgen.
De SP erkent dat een rekenkamercommissie waarin raadsleden zitten, de schijn kan hebben niet geheel onafhankelijk te zijn. Daar moet echter wel bij in ogenschouw genomen worden dat de rekenkamercommissie zich tot op heden altijd voldoende politiek onafhankelijk heeft getoond. Vanaf dag nul zijn de raadsleden in de minderheid geweest (2 van de 5 rekenkamercommissieleden hebben zitting in de raad), waardoor de onafhankelijke meerderheid een mogelijke politieke kleuring tegen kan gaan. Dit is tot dusverre niet nodig geweest; de raadsleden die in de rekenkamercommissie zitten of gezeten hebben, hebben zich vooralsnog altijd integer getoond.
De meerwaarde van raadsleden in de rekenkamercommissie, is de binding die zij hebben met de Veenendaalse gemeenteraad en met de Veenendaalse samenleving. Omdat raadslidmaatschap geen vereiste is om binding te hebben met de samenleving, zag de SP ruimte om het voorstel van Lokaal Veenendaal te steunen - waardoor het aantal raadsleden in de rekenkamercommissie kan fluctueren van 0 naar 2. De SP staat nog altijd volmondig achter de eerder gegeven steun, vanwege de eerdergenoemde pragmatische redenen. Wantrouwen jegens de bemensing van de rekenkamercommissie is geenszins aan de orde.
VACATURE
De reden dat Jan Breur, het enige raadslid van de SP, niet is ingegaan op de vacature is tweeledig. Enerzijds is daar de drukte. De combinatie van een studie Algemene Sociale Wetenschappen, waarvoor hij in zijn bachelorjaar zit, plus de werkzaamheden die hij als raadslid heeft, zijn op zichzelf al tijdrovend genoeg en vormen een beletsel om extra taken aan te trekken. Anderzijds hecht hij - en de SP met hem - er waarde aan om eerst de benodigde senioriteit op te bouwen, alvorens lid te worden van een dergelijk belangrijke commissie.
Grotere fracties zouden minder moeite hebben met het leveren van een kandidaat voor de rekenkamercommissie. De SP deelt met GroenLinks de mening dat ieder raadslid zal moeten aangeven waarom hij of zij afziet van het vervullen van de vacature die Marco Verloop achter zich liet toen hij uit de rekenkamercommissie stapte.
GEEN GESPREK; GROTE FOUT
De grote fout die de gemeenteraad heeft gemaakt, is dat er voordat het besluit is genomen, niet met de rekenkamercommissie is gepraat over hoe zij tegen flexibilisering van de samenstelling aankijken. Primair was dit de taak van Lokaal Veenendaal, omdat deze fractie indiener was van het voorstel. Lokaal Veenendaal is hiermee in gebreke gebleven. Echter, de andere 7 fracties hebben ook het contact niet gezocht - de SP incluis. Deze fout is dus alle fracties aan te rekenen.
De SP erkent deze fout volmondig. De SP is een kleine fractie en in de drukte van de afgelopen tijd is er te weinig prioriteit gegeven aan een gesprek met de rekenkamercommissie. In de raadsvergadering waarop het besluit tot flexibilisering is genomen heeft de SP deze vraag nog neergelegd bij Jolanda de Heer (CU), die als raadslid zitting heeft in de rekenkamercommissie. Zij vond echter dat hiervoor de officiële paden moesten worden belopen, en kon dus geen antwoord geven op de vraag. De SP heeft toen ad hoc besloten om op basis van de argumenten die zij had, in te stemmen met het voorstel, zonder gesprek met de rekenkamercommissie.
Inmiddels heeft er een gesprek plaatsgevonden tussen de SP en Ton Diepeveen, onafhankelijk voorzitter van de rekenkamercommissie, die in het voorstel een sfeer van wantrouwen proefde en dit als aanleiding zag om zijn ontslag in te dienen. Er is gesproken over de gelopen gang van zaken en wederzijdse standpunten zijn uitgewisseld. Ook is er gekeken naar verder te nemen stappen.
De SP betreurt dat Diepeveen een gebrek van vertrouwen vanuit de raad heeft waargenomen en hierom zijn ontslag heeft ingediend. Wat de SP betreft kan Diepeveen gewoon aanblijven als voorzitter van de rekenkamercommissie. Van gebrek aan vertrouwen is er bij de SP in elk geval geen sprake.