Veenendaal

SP: “Taak volksvertegenwoordiger stopt niet in raadszaal”

De gemeenteraad is elk jaar zwaar ondervertegenwoordigd bij de kinderzang op Koninginnedag en bij de dodenherdenking op 4 mei. Op de dodenherdenking verschenen dit jaar slechts 10 raads- en commissieleden; nog geen derde van het totaal. De kinderzang kwam er nog bekaaider af: hier was de gemeenteraad enkel vertegenwoordigd door SP’ers Jan Breur en Gert Worst. De SP noemt deze magere opkomst beschamend.

“Het kan best zijn dat je als raads- of commissielid verhinderd bent op deze gelegenheden, maar deze magere opkomst is ronduit genant.” Aldus SP-fractievoorzitter Breur. “Je taak als volksvertegenwoordiger houdt niet op bij de deur van de raadszaal. Hoe kun je beweren dat je voor de gemeenschap staat, als je niet eens de moeite neemt om op deze gelegenheden je gezicht te laten zien?”

De SP is, zo lang de partij in de Veenendaalse gemeenteraad zit, steevast aanwezig op de kinderzang. Breur: “Koninginnedag is het volksfeest bij uitstek waar de culturele grenzen tussen groepen in de samenleving wegsmelten. Een feest van eenheid. Als vertegenwoordiger van de Veense gemeenschap hoor je bij de kinderzang, de opening van dit feest te zijn.”

Ook de dodenherdenking, waar de raad iets minder mager vertegenwoordigd is, staat bij de SP hoog in het vaandel. “Op het moment dat je daar staat, ben je solidair met hen die gevallen zijn in de strijd tegen onderdrukking en onrecht, die ook Veenendaal gekend heeft. Als gekozene sta je daar niet voor jezelf; het geeft gewoon geen pas om weg te blijven – zoals het merendeel van de raadsleden deed.”

Als het even kan, moet je er als raadslid gewoon bij zijn, vindt de SP. Dit geldt met name voor de fractievoorzitters. Breur: “Als fractievoorzitter ben je het gezicht van je partij, dan is je aanwezigheid extra belangrijk. In het bijzonder geldt dit voor hen, maar dit moet de hele raad zich aantrekken. De Veenendalers hebben een ploeg mensen uitverkoren om zich te laten vertegenwoordigen. Dat is een eer en een verantwoordelijkheid. Kom die na, ook buiten de raadszaal!”