Veenendaal

Op donderdag 8 januari begon voor welzijnspolitici het nieuwe jaar met een beleidsconferentie over informele zorg. Dit is zorg die niet door professionals, maar door vrijwilligers en mantelzorgers wordt gegeven. De informele zorg is een belangrijk deel van de Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO).

Namens de SP waren Jan Breur en Fatima Bich-Bich hierbij aanwezig. Naast politici waren er ook veel betrokkenen. Zij vertegenwoordigden het WMO-forum, de Zonnebloem, Vrijwilligers Netwerk Veenendaal en tal van andere organisaties, verenigingen en platforms die zich met de WMO bezighouden.

Op de beleidsconferentie werd ondermeer ingegaan op de voorwaarden waarbinnen informele zorg gegeven moest worden. Mantelzorgers en vrijwilligers worden snel overvraagd, waardoor ze in de knel komen. Ze verdienen een goede ondersteuning. Contact met andere informele zorgers en een deugdelijke organisatie.

Een belangrijk struikelblok hierbij is de uitkleding van de AWBZ-voorzieningen. Professionele zorg wordt steeds meer vervangen door informele zorg. Er kwam zelfs een verhaal naar voren van iemand die mantelzorg ontving van haar 60-jarige zoon, waardoor zij niet in aanmerking kwam voor hulp in de huishouding. Juist hierdoor werd het voor de zoon moeilijk om de mantelzorg te leveren; hij werd overvraagd.

Een woordvoerster van de gemeente liet weten dat de WMO hier niet voor is bedoeld. Juist dit is één van de kritiekpunten die de SP had op de WMO: professionele hulp wordt steeds meer op afstand geplaatst van hen die dit nodig hebben. Informele zorg komt steeds meer in plaats van professionele zorg, of moet eerst gezocht worden voordat men in aanmerking komt voor professionele zorg.

Volgens ChristenUnie-raadslid Jolanda de Heer moet deze ontwikkeling niet te veel gedramatiseerd worden; dit is immers juist de bedoeling van de WMO. En daarmee raakt ze precies de reden waarom de SP tegen de WMO is.