Verantwoordelijke samenleving vergt verantwoordelijke overheid
Verantwoordelijke samenleving vergt verantwoordelijke overheid
“We gaan een spannende tijd tegemoet;” met deze woorden luidde SP-fractievoorzitter Jan Breur het proces van de gemeentelijke Brede Heroverweging in. Dit, na afloop van de startpresentatie van Wethouder Verloop (financiën) in de eerste vergadering van de commissie Brede Heroverweging op 2 december j.l. Breur doelde met zijn uitspraak in het bijzonder op het verschil van visie tussen de SP en het College.
Het College wil van Veenendaal een ‘verantwoordelijke samenleving’ maken, met een terugtredende overheid. Die terugtredende overheid is in de ogen van de SP juist een probleem: bij een verantwoordelijke samenleving hoort een verantwoordelijke overheid. Een overheid die handelt in het belang van de samenleving, en die verantwoordelijkheid mogelijk maakt.
Door de koppeling tussen een verantwoordelijke samenleving en een terugtredende overheid te maken, maakt het College een onderscheid tussen overheid en samenleving die de SP onwenselijk acht. De overheid hoort juist onderdeel van de samenleving te zijn; een centraal organiserend punt.
Ook ziet de SP een groot manco in de visie van het College, ten opzichte van de tijdsgeest. In een verantwoordelijke samenleving draagt men zorg voor elkaar. Tijd om die zorg te dragen wordt steeds schaarser, door de manier waarop de economie wordt ingericht.
Breur: “We moeten langer doorwerken. We zijn van een kostwinnermodel naar een anderhalf-verdienermodel gegaan. Van het kabinet Rutte moet dit zelfs een tweeverdienermodel worden. Als je op je werk zit, kun je niet je bejaarde buurvrouw helpen met haar boodschappen. Daar gaat het College volledig aan voorbij.”
Overigens is de SP an sich niet tegen het concept van de verantwoordelijke samenleving. Integendeel: “Het is ons een lief ding waard als we meer naar elkaar omkijken,” aldus Breur, “maar wat ons betreft is het creëren van een verantwoordelijke samenleving iets anders dan de samenleving aan haar lot overlaten. Daar zit het grote verschil tussen ons en het College.”