Lokale democratie geen dienst bewezen met spreektijdenoorlog
Lokale democratie geen dienst bewezen met spreektijdenoorlog
De spreektijdenoorlog die zich voordeed in de gemeenteraadsvergadering van 25 oktober heef de lokale democratie in Veenendaal geen goede dienst bewezen. De SP is van mening dat de ontstane ruzie met een beetje welwillendheid gemakkelijk te voorkomen is geweest.
De ruzie ontstond, nadat de PvdA halverwege haar betoog geen spreektijd meer had. Volgens het reglement kan de voorzitter dan een voorstel doen om alle fracties 5 minuten extra spreektijd te geven, maar dit voorstel werd door een rechtse meerderheid weggestemd. Hierdoor kon de PvdA haar voorstellen bij de begroting ook niet indienen. De fractie verliet toen boos de vergadering.
“Na dit incident beriepen verschillende fracties, zoals de VVD, zich op het reglement. Maar die vlieger gaat niet op,” aldus SP-fractievoorzitter Jan Breur. “Het reglement bood juist een oplossing, maar die hebben ze zelf weggestemd. Het gaat wellicht wat ver om te spreken van politieke machtsspelletjes, maar het is in ieder geval weinig collegiaal.”
Na het vertrek van de PvdA diende de SP – die wat zuiniger met het spreektijd was omgegaan – de voorstellen van de PvdA alsnog in, samen met GroenLinks. Breur: “Voorstellen verdienen het om in stemming gebracht te worden. Tegen een voorstel stemmen is een ding; een voorstel van tevoren blokkeren is obstructie van de democratie. Dat zal mijn fractie nooit tolereren.”
De SP vindt het jammer dat door deze ruzie de PvdA de vergadering verlaten heeft. De partij kon weliswaar niet meer meediscussieren of voorstellen indienen; ze kon zich nog wel laten gelden in de stemmingen. Nu heeft de PvdA een aantal stemmingsronden aan zich voorbij laten gaan.
Breur: “Jezelf buiten de vergadering zetten is een stap die je niet lichtelijk maakt. Ik weet ook niet of ik zo had gehandeld, ware de situatie andersom geweest. Maar dit geeft wel aan hoe zwaar de PvdA deze klap van rechts opvat. Terwijl dit incident voorkomen had kunnen worden, als men elkaar maar wat gunt.”