Veenendaal

Het College van Burgemeester en Wethouders is op de helft van zijn regeertermijn, en de SP op de helft van haar eerste raadstermijn. De relatie tussen het College en de SP is van meet af aan opmerkelijk te noemen. Hoog tijd voor een terugblik.

De manier waarop het College (PvdA/VVD/CDA/Lokaal) tot stand kwam, verdient geen schoonheidsprijs. Ondanks dat de SP dat duidelijk heeft laten weten, is de partij altijd bereid geweest om constructief mee te denken. Het belang van de Veenendalers staat voorop.

Zo kan het ook dat, na indienen van een aantal wijzigingsvoorstellen, de SP instemde met het raadsprogramma – de grote lijnen van het gemeentelijke beleid. De oppositie stemt gewoonlijk tegen, maar de SP durfde medeverantwoordelijkheid aan. Het raadsprogramma is een werkbare basis voor goed beleid.

Hoe goed de grote lijnen van het beleid ook zijn, bij concrete punten kan de SP soms lijnrecht tegenover het College staan. Het opheffen van RuimBaan, het wegdoen van de Vuilnisafdeling, een zoeklocatie voor woningbouw op het binnenveld, eigen bijdragen bij de WMO… allemaal zaken waar SP totaal anders over dacht dan het College.

Voor de SP is het ook volslagen onzinnig dat er maar zes activiteiten op zondag per jaar mogen zijn. Overlast, veiligheid, geluids-, verkeers- en milieuhinder; dat zijn factoren waarop een (zondags)activiteit wel of geen doorgang moet kunnen vinden. Of er dan al twee, vierentwintig of helemaal geen activiteiten zijn geweest is volkomen irrelevant.

Soms staat de SP ook pal voor het College. Toen de zwembadaffaire aan het licht kwam, stond de SP voorop om geruchtenstromen en zwartepietspelletjes de kop in te drukken.

Naast, tegenover of pal voor het College; de SP is er in de eerste plaats voor de mensen. Wij zetten ons in voor sociaal, rechtvaardig beleid; het liefst samen met u.

Dit artikel is de tekstbijdrage van de SP op de gemeentepagina in de Veenendaalse Krant van 17 september 2008.