IW4 Bedrijven en de Wet Sociale Werkvoorziening
IW4 Bedrijven en de Wet Sociale Werkvoorziening
Tijdens de commissievergadering Werk van 11 september jongstleden, was het de beurt aan IW4 Bedrijven, sociale werkplaats, om besproken te gaan worden. Voor de SP was vooral het Sociaal Jaarverslag belangrijk. Immers, mede dankzij de motie van de partij (mede ondertekend door de VVD) is dit als apart verslag teruggekomen op de agenda. Voor het eerst sinds vele jaren overigens; hiervoor was het meer samengevoegd met het reguliere jaarverslag en jaarrekening. Met de aanbevelingen van de Rekenkamercommissie in het achterhoofd – “gemeenteraad wees actiever in uw sturing” – is SP-woordvoerster Fatima Bich-Bich ook uitvoerig ingegaan op het reilen en zeilen binnen IW4 en de WSW-geïndiceerden (WSW= Wet Sociale Werkvoorziening) die (sommigen zelfs meer dan 3 jaar) op de wachtlijst staan.
Een puntsgewijs overzicht van wat de SP aan de orde heeft gesteld vind u hieronder. Voor vragen en/ of opmerkingen kunt u contact opnemen met Fatima BichBich (fatimab2@casema.nl of 06-44904454).
Sociaal Jaarverslag
Als eerste willen wij complimenteren voor de aanwezigheid van een Sociaal Jaarverslag. Hoewel wij de inhoud op enkele punten te summier vinden.
Werkoverleggen
In het Sociaal Jaarverslag wordt kort ingegaan op de werkoverleggen. Het is goed dat deze nu wel plaats vinden. We vinden het daarom jammer, dat er niet ingegaan wordt op hoe bijvoorbeeld het dagelijkse werk binnen de afdelingen ervaren wordt en welke gevolgen (acties) er aan de werkoverleggen gegeven wordt.
Wachtlijst
Inclusief de gemeente Heuvelrug staan er nu 133 personen op de wachtlijst, waarvan ongeveer 98 in Veenendaal, ook voor een veel te lange tijd. Sommigen zelfs meer dan 3 jaar! In het sociaal jaarverslag wordt aangegeven dat dit bovengemiddeld is en vanzelfsprekend ook niet wenselijk. Mijn fractie kan zich daarbij aansluiten. Daarnaast staat op pagina 21 van het sociaal jaarverslag dat er sprake is van een en ik citeer “forse vergrijzing”. Dat terwijl de leeftijdsverdeling op de wachtlijst laat zien, dat verjonging wel mogelijk zou moeten zijn. Op pagina 21 staat eveneens, dat “de geleidelijke vervanging hiervan de komende jaren een belangrijk thema zal zijn in het meerjarenbeleid.” Wij willen de wethouder daarom complimenteren met het initiatief om op projectbasis ongeveer 25 personen alsnog van die wachtlijst te plaatsen met gelden vanuit de Wet Werk en Bijstand (WWB). Mijn fractie zal een initiatiefvoorstel gaan indienen om een onderzoek te laten doen naar de mogelijkheden die er bestaan om nog meer mensen van de wachtlijst te plaatsen. Dat lijkt mijn fractie namelijk heel passend bij het voornemen, dat in het sociaal jaarverslag gegeven is. Daarnaast wil mijn fractie de wethouder nog herinneren aan de burger inspreker: een vader wiens dochter maanden op de wachtlijst stond. Een intelligente en gemotiveerde vrouw, wiens talent maanden verloren is gegaan. Toen werd al beterschap beloofd, maar hoe lang moeten we nog wachten?
Werkdruk
Daarnaast lijkt er ook een discrepantie te zijn tussen de ervaren werkdruk zowel vertelt tijdens de rondleiding en ook uit gesprekken met WSW-medewerkers van het kwalitatieve onderzoeksdeel van ons onderzoek, en de grootte van de wachtlijst. Helaas wordt in het sociaal jaarverslag niet aangegeven op welke manier aandacht besteedt zal worden aan de verlichting van de werkdruk. Mijn fractie is hier benieuwd naar en vraagt met nadruk om hierop toe te zien. Immers is juist de doelstelling van een sociale werkplaats, dat mensen op hun eigen niveau en in hun eigen tempo kunnen blijven werken en deelnemen aan de maatschappij. Een verhoogde werkdruk doet afbreuk hieraan. En zorgt voor verhoging van het ziekteverzuim, zoals op pagina 23 van het sociaal jaarverslag en pagina 25 van het jaarverslag van IW4 NV te lezen valt. Helder krijgen wat de oorzaken zijn van het verhoogde ziekteverzuim is onzes inziens cruciaal om ook daadwerkelijk oplossingen te vinden.
Begeleid werken
Op pagina 14 van het sociaal jaarverslag staat dat relatief weinig begeleid werken is; het voornemen is om dat en ik citeer “substantieel” uit te breiden. Mijn fractie vraagt zich af wat dat inhoudt en hoe men dat wil bewerkstelligen. Onzes inziens zou eerst onderzocht moeten worden hoe het vergaan is met het kleine aantal medewerkers dat al wel begeleid elders werkt, hierbij kijkend naar de visie van de medewerkers MAAR ook die van de bedrijven. Met als doel hier lering uit te trekken voor de toekomst. En gezien het kleine aantal dat begeleid werkt, moet dat niet al te moeilijk of tijdrovend zijn.
Verdringing van WSW medewerkers door overige doelgroepen
Mijn fractie heeft ook een vraag ten aanzien van de aanwezigheid van 8 Poolse werknemers, hiermee refererend naar overige doelgroepen uit het sociaal jaarverslag: hierbij wil mijn fractie benadrukken, dat ons bezwaar niet ligt in de nationaliteit van deze werknemers, maar wel wanneer zij niet tot de WSW doelgroep behoren. We vragen ons hierbij het volgende af:
of er sprake van verdringing is, zo nee waarom niet, en zo ja, wat gaat de wethouder er aan doen. We zijn ook heel benieuwd wat de visie van andere partijen is ten aanzien hiervan. Graag vernemen wij in het 2de termijn een reactie van de andere partijen.
- hoe de begeleiding van de Wsw-ers (aangepaste arbeid) is die naast een gezonde gewoon werkende Pool komen te staan, die ze niet kunnen verstaan. is daarover nagedacht?
Ter afsluiting
Tot slot wil ik positief afsluiten: uit ons onderzoek (mei 2008) zijn ook heel veel positieve geluiden naar voren gekomen. Het werk bevalt over het algemeen goed, men heeft het naar de zin. Ook vinden wij het positief dat op veel afdelingen aandacht besteedt wordt aan opleidingen van WSW en andere medewerkers. Dat juichen we van harte toe. Te meer omdat dat zorgt voor de persoonlijke en professionele ontwikkeling van de medewerkers en ook de kwaliteit van het werk verhoogd. Bijvoorbeeld wordt er aan de leidinggevenden een training “omgaan met psychische handicaps” gegeven (p. 18). Dat zorgt ervoor dat de leidinggevenden de juiste stimulans en begeleiding kunnen geven. En zelf ook ondersteund worden om met deze doelgroep te kunnen werken.