Veenendaal

De Motie van Treurnis die op 3 juli j.l. is ingediend, is onvoldoende uitgewerkt. Zo oordeelden oppositiepartijen ChristenUnie, SGP, GroenLinks en SP op de raadsvergadering van 25 september, en dienden daarom een Motie van Afkeuring in. De coalitiepartijen (PvdA, VVD, CDA en Lokaal Veenendaal) namen echter genoegen met de uitwerking en steunden de motie niet.

SP-fractievoorzitter Jan Breur gaf namens zijn fractie aan wel tevreden te zijn over het aandeel van Pilon (met vlag en wimpel geslaagd) en over de stappen die het College op gebied van communicatie heeft gezet. Maar, zo ging de socialist verder, dat maakt van het totaalplaatje nog geen voldoende. Vooral op het gebied van Personeel en Organisatie schortte het nog.

"Uitgerekend de portefeuille die in de analyse van mijn fractie - alsmede in de analyse van de rest van de raad - het meest onder vuur lag, is onbewogen gebleven. De uitvoering van het centraliseren van de financiele functie en de controlfunctie is van een dusdanig niveau dat het meer weg heeft van een paniekaanval dan van een bewuste, gerichte stap. De quickscan majeure projecten biedt weinig verheldering en daardoor even weinig geruststelling." Somde Breur op in zijn toespraak.

De SP gaf aan graag met het College verder te willen, maar daarvoor was het nodig dat het College harder zou lopen. En dat de gemeenteraad stevige oordelen moet vellen, wil men niet steeds terugvallen in een 'hoe nu verder'-discussie. Breur constateerde een "etterende wond in het bestuursorgaan", en pleitte voor snelle, definitieve genezing.

Deze vergelijking zette kwaad bloed bij Wethouder Sanders, die de opmerking ten onrechte opvatte als een aanval op alles wat er in de gemeentelijke organisatie plaatsvond. "Als u werkelijk vind dat alles zo slecht is, dient u maar en Motie van Wantrouwen in!" foeterde de wethouder. Hier was Breur op zijn beurt weer boos om, omdat hem woorden en standpunten in de mond werden gelegd die hij niet gezegd had. Sanders weigerde echter zijn woorden terug te nemen.

Niet alleen de gebrekkige uitvoering van de Motie van Treurnis had voor ergernis gezorgd bij de oppositie. Ook het feit dat enkel de coalitiepartijen waren geraadpleegd over de uitvoering had de nodige wenkbrauwen doen fronsen. Zowel het College als de coalitiepartijen werd bevraagd over deze selectieve consultatie. PvdA-fractievoorzitter Beckerman gaf aan, dat de uitvoering van het raadsprogramma hierbij een belang was en dat de verantwoordelijkheid dus bij de collegedragende partijen lag.

"In die redenering zit een fout," constateerde de SP'er Breur, die destijds namens zijn partij had ingestemd met het raadsprogramma. "Het raadsprogramma wordt niet door vier, maar door vijf partijen gesteund. Als dit werkelijk het motief is, dan ontbreekt er alsnog en partij."

Volgens de coalitiepartijen heeft het College formeel voldaan aan de Motie van Treurnis. De vraag van Breur, of er hiermee ook recht aan is gedaan, bleef onbeantwoord.