h

SP: Geen heil in Food Valley

22 januari 2010

SP: Geen heil in Food Valley

Een samenwerkingsverband tussen de gemeenten Wageningen, Ede, Rhenen, Veenendaal, Renswoude, Scherpenzeel, Barneveld en Nijkerk? De SP ziet er geen heil in. Donderdag 28 januari, als het voorstel hiertoe wordt behandeld in de gemeenteraad, zal de SP dan ook tegenstemmen.

Volgens fractievoorzitter Jan Breur is een samenwerking van die omvang log en zinloos. Breur: “Wat heeft Veenendaal nu aan een samenwerking met Nijkerk? We hebben niets met die gemeente en het ligt niet bepaald naast de deur.”

Niet alleen de fysieke omvang, maar ook het aantal beleidsgebieden van de Food Valley-samenwerking stuit de SP tegen de borst. “Food Valley gaat dadelijk over ruimtelijke ordening, economische ontwikkeling, mobiliteit en bereikbaarheid, ecologie en recreatie, leefbaarheid en duurzaamheid,” aldus Breur. “Daarmee geef je nogal wat uit handen, als Veenendaal zijnde!”

Breur herkent in de ambitie van Food Valley dezelfde megalomane trekjes als van de banken en bedrijven die de economische en financiële crisis hebben veroorzaakt. Het alsmaar groter willen opereren zal zich, volgens de SP, nog eens genadeloos wreken.

Wat Food Valley specifiek voor Veenendaal in petto heeft, stemt de SP evenmin gelukkig. Food Valley richt zich op het aantrekken van hoger geschoolden van buiten naar de regio. Dit brengt druk mee op verkeer, milieu, de arbeidsmarkt en het woningaanbod.

“Toen de gemeenteraad op excursie in Brussel was, is de vraag gesteld wat het voordeel van Food Valley nu eigenlijk voor Veenendaal is,” herinnert Breur zich. “Burgemeester Elzenga antwoordde hierop dat we huizen mochten bouwen voor al die nieuwe mensen in de regio.” Hoewel Elzenga dit als voordeel ziet, wordt dit enthousiasme niet gedeeld door de SP. Breur: “Leuk dat er zoveel mensen hier willen wonen, maar in Veenendaal is er geen plek meer!”

De SP ziet meer in kleine projectsamenwerkingen dan in een grote allesoverkoepelende samenwerking. Zelf doen wat je zelf kan, en samenwerken waar dat nodig is – zo kleinschalig mogelijk. “Zo hoef je niet steeds met acht gemeenten om de tafel,” aldus Breur. “Dan ben je veel slagvaardiger en kun je meer betekenen voor je inwoners en ondernemers.”

U bent hier