h

Toekomst van de sociale werkplaats IW4

19 oktober 2007

Toekomst van de sociale werkplaats IW4

Donderdagavond was het zo ver, de eerste meer concrete bespreking van de toekomst van onze sociale werkplaats. Het visiedocument ??IW4, de toekomst in het vizier? was hiervoor de basis.
Hieronder leest u de mondelinge bijdrage van de SP aan het debat, tijdens de commissievergadering Werk. Alsmede in het kort de reactie van de wethouder, interim-directeur van IW4 NV en andere politieke partijen.

Ons pleidooi samengevat: Het is een uitgebreid en informatief visiedocument geworden, waarin de verschillende keuzemogelijkheden ten aanzien van de toekomst van IW4 wordt weergegeven. Wel jammer, dat er vooral gefocust is op 1 bepaald model. Voor welk model we ook kiezen, op de eerste plaats dienen altijd de SW medewerkers en de sociale doelstellingen te komen en niet het geld, niet de winst! Welk model we ook kiezen, dat zou ons uitgangspunt moeten zijn! Het is natuurlijk goed als IW4 er financieel niet slecht bij staat in vergelijking met andere WSW instellingen, maar dat mag ons inziens niet het uitgangspunt zijn. Om dit te bereiken stellen wij het volgende voor:
* Invoeren sociaal jaarverslag en dit ook gebruiken als instrument om te controleren en regie te voeren ten aanzien van het behalen van de sociale doelstellingen.
* Hiervoor bijvoorbeeld gebruik maken van de zogenaamde AO-meter, de arbeidsontwikkelingsmeter. Een digitaal instrument waarmee SW-bedrijven (periodiek) hun ontwikkelingsgerichtheid kunnen toetsen en hun ontwikkelingsgerichtheid kunnen vergelijken met andere SW-bedrijven, ontwikkeld door SBCM
* Meer aandacht voor functioneringsgesprekken, werkoverleg en het individuele opleidingsplan voor werknemers op de werkvloer en in bijvoorbeeld het sociaal jaarverslag.
Aandacht voor de sociale prestaties moet immers leiden tot een menselijker en socialer beleid in de WSW!

* De SP steunt het beleid om meer mensen reguliere arbeidsplaatsen (??buiten?) aan te bieden, maar dan wel met recht op echt aangepast werk, met een passende begeleiding, op vrijwillige basis en met een terugkeergarantie. Hiermee moeten we wel realistisch omgaan. Niet elke WSW medewerker kan binnen een reguliere werkgever geplaatst worden. Voor hen is een plaats binnen IW4 beter. Dus niet zonder meer detacheren, maar daar waar het kan!
* Werkgevers stimuleren hun deuren open te stellen voor SW-medewerkers kan wanneer de overheid het goede voorbeeld geeft. Bijvoorbeeld door waar mogelijk te proberen opdrachten vanuit de gemeente te gunnen aan IW4, een open dag, meer promotie en het actief stimuleren van maatschappelijk verantwoord ondernemen voor bedrijven en organisaties. Goed voorbeeld doet goed volgen!
* Kiezen voor werkleiders en staf die voor het werk geschikt zijn en ze ook hiervoor toerusten.
* Geen ??gouden handdruk regeling? voor eventuele toekomstige directeuren. Een stafmedewerker/ directeur moet bij een SW instelling niet willen werken om er in eerste instantie financieel rijker op te worden, maar wel om er als persoon rijker van te worden!
* In eerste instantie kiezen voor samenwerking om de doelstellingen te realiseren en geen fusie.
* Voldoende structurele begeleiding op de werkvloer met grote deskundigheid.
* Het aanbieden van diversiteit in de werkmogelijkheden, zodat elke WSW medewerker in staat gesteld wordt uit te zoeken waar zijn of haar kwaliteiten liggen en deze optimaal te benutten. Dit wordt gelukkig ook benoemd in het visiedocument.
* Voorkomen van verdringing van de oorspronkelijke doelgroep van IW4. Het binnenhalen van andere doelgroepen mag alleen wanneer dat een versterking vormt voor IW4.
* Jaarlijks terugkomende werkbezoek aan IW4 voor raads- en commissieleden.

Om dit allemaal goed in de gaten te houden is het van belang dat wij als raad en gemeente zo dicht mogelijk bij de uitvoering van de WSW zitten en dus zoveel mogelijk regie hiervoor krijgen. In eerste instantie zou onze voorkeur dus uitgaan naar Model 2, een publiek model waarbij ook kleinere gemeenten kunnen deelnemen zoals dat nu ook het geval is.
Echter zijn wij ook heel benieuwd naar de visie van andere partijen in deze. De bespreking van vanavond willen wij daarom meenemen, zodat we in de raad uiteindelijk een definitieve beslissing kunnen nemen.
Wanneer er toch gekozen wordt om het advies te volgen en de huidige structuur, model 3a, combinatie van publiek en privaat, te behouden. Dan willen wij hierbij als eis stellen, dat de directeur NV GEEN voorzitter meer zal zijn van de Gemeenschappelijke Regeling. Dit voorkomt het dubbele petten probleem en zorgt voor een verbetering van de transparantie.

Dan willen we nog een aantal inhoudelijke stellen:
Hoofdstuk 3, p 14. (220): Bij piketpaal 4 staat: ??zorg voor een maximale profit voor gemeenten (GR), dus organiseer een dusdanige structuur waarin dat mogelijk is.? Mijn fractie is benieuwd wat met een maximale profit precies wordt bedoeld?
1. In hoofdstuk 5, p. 22 (228) wordt aangegeven dat de democratische controle en de invloed van de deelnemende gemeenten groot is bij model 2 (publiek model). Bij de andere modellen wordt hier niet expliciet aandacht aan besteedt. Graag zouden wij van de wethouder vernemen, wat het precieze verschil is wat betreft de democratische controle tussen model 2 en 3a.
2. Model 3a scoort beter als het gaat om een slagvaardige en flexibele bedrijfsvoering. In hoeverre beïnvloed dit het wel of niet kunnen behalen van de sociale doelstellingen?
3. De laatste vraag, mogelijk is dit beter passend voor de rondvraag, maar leg het toch aan u voor: SP vraagt zich af of en zo ja wanneer de directeur de heer De Kok terugkomt? Er heerst momenteel onder de werknemers onduidelijkheid, ondanks de informatie die per brief is mede gedeeld. Dan hebben we het nog niet eens over de extra personeelskosten die hiermee gemoeid zijn.

Tot slot: In een persoonlijk gesprek na afloop van de informatiebijeenkomst, heeft de Interim-directeur aangegeven, dat er meer geïnvesteerd zal worden in de communicatie naar de medewerkers toe over bijvoorbeeld wat destijds speelde, de Houtafdeling. Inmiddels hebben wij vernomen, dat er middels een brief aan het personeel meer duidelijkheid is verschaft en dat daarin wordt aangegeven dat er meer geïnvesteerd zal gaan worden in een snelle en juiste communicatie. Er zullen bijvoorbeeld ronde tafelgesprekken gevoerd worden, zodat werknemers nader kennis kunnen maken met de Interim-directeur. Dat is iets wat medewerkers ook gemist hadden. Wij vinden dit daarom een stap in de goede richting en dat mag ook wel eens gezegd worden!

Reactie en antwoorden: Het antwoord op vraag 1 gaf aan, dat het bij maximale profit voornamelijk gaat om bedrijfsvoering en reïntegratietrajecten. Maximale profit betekent minder financiële tekorten. Vraag 2 werd ook duidelijk beantwoord, namelijk dat model 2 meer democratische controle kenmerkt, dan model 3a. Wel gaf de wethouder aan, dat er in het visiedocument meer instrumenten worden aangegeven om de democratische controle te optimaliseren in vergelijking met de huidige situatie.
Tot slot hebben wij vraag 3 gesteld, omdat in het document slagvaardige en flexibele bedrijfsvoering als winstpunt wordt gegeven voor onder andere model 3a. Echter werd uit de beantwoording duidelijk, dat dit geen positief effect heeft op het bevorderen van het behalen van de sociale doelstellingen. En dat zou ons inziens het belangrijkste moeten zijn. Dat terwijl de democratische controle, dat wel het behalen van de sociale doelstellingen kan bevorderen, in model 2 beter gesteld is dan het model dat het college voorstelt (model 3a).

De algemene indruk is, dat de meeste partijen in eerste instantie wel willen gaan voor het model dat door het college is voorgesteld. Vooral ook vanwege de tijdsdruk. Dat betekent dat er in principe qua vorm niet veel veranderd. Wel zal de directeur van het bedrijf IW4 (NV) geen voorzitter meer zijn van het controlerende orgaan (Gemeenschappelijke Regeling). De Gemeenschappelijke Regeling controleert de NV. Dit voorstel bevordert dus de transparantie en vermindert het ??dubbele petten? probleem. Ook reageerden de meeste partijen, zoals VVD en PvdA, positief over ons voorstel om een sociaal jaarverslag in te voeren als sturingsinstrument. Op dit moment is er wel een sociaal jaarverslag geweest, maar is er niet veel meegedaan. Ook qua inhoud kan die naar onze mening wel verbeterd worden.
Daarnaast heeft de interim-directeur eerlijk toegegeven dat er op dit moment te weinig aandacht wordt besteed aan bepaalde aspecten van het sociale beleid, zoals functioneringsgesprekken en individuele opleidingsplannen voor medewerkers. Hij is het met ons eens, dat hier meer aandacht aan besteed zal moeten worden.
PvdA, CDA en Christenunie gaven tot slot aan, dat zij de discussie over het wel of niet behouden van de Gemeenschappelijke Regeling in de toekomst nog wel willen voeren. Zij vragen zich af wat de meerwaarde is van een Gemeenschappelijke Regeling.

Al met al beloofd dat vele waardevolle discussies over een ontzettend belangrijk onderwerp waarbij de WSW-ers centraal dienen te staan!

NB: dit pleidooi is mede tot stand gekomen, dankzij de waardevolle bijdragen van Paul Lempens, Tweede Kamerlid voor de SP en woordvoerder WSW, Pieter Wout Duquesnoy (SP Afdeling Zeist) en Ad Schiedon (SP Afdeling Heuvelrug). Daarnaast hebben wij dankbaar gebruik gemaakt van de notitie ??Red de SWZ?, opgesteld door SP afdelingen De Bilt, Utrechtse Heuvelrug, Wijk bij Duurstede en Zeist.

U bent hier