h

WMO-ervaringen van Yolande de Meer

15 november 2015

WMO-ervaringen van Yolande de Meer

Foto: Cor van Londen / SP Veenendaal
Op het afgelopen NOVEMBERDEBAT, d.d. 11 november, vertelde Yolande de Meer over haar ervaringen met de WMO. Hieronder haar verhaal...


Voorstellen

Laat ik mij eerst even voorstellen. Mijn naam is Yolande de Meer. Na 25 jaar werkzaam geweest te zijn in het basisonderwijs, ben ik sinds november 2011 arbeidsongeschikt door een neurologische aandoening, genaamd dystonie.

Dystonie is een neurologische ziekte, een bewegingsstoornis. Waar de hersenen de coördinatie van onze bewegingen regelen, gaat er bij dystoniepatiënten iets fout waardoor er onwillekeurige, oncontroleerbare verkrampingen ontstaan. Daardoor kunnen draaiende, wringende bewegingen ontstaan, abnormale houdingen (spasmen) in één of meer lichaamsdelen. Dystoniepatiënten kunnen deze bewegingen niet beïnvloeden.

Ik heb dystonie in beide armen en handen. Ik kan niet meer schrijven. Een kopje koffie zetten, potjes en zuivelpakken openen, boterham smeren op is moeilijk c.q. onmogelijk voor mij. Daarom is zorg onontbeerlijk voor mij.

Het onderwijs…een prachtige baan maar geen vetpot. Mijn uitkering is gerelateerd aan mijn salaris. Ik heb altijd een goede financiële planning gemaakt en uitgevoerd. De nodige verzekeringen w.o. een Arbeidsongeschiktheidsverzekering afgesloten. Hierdoor kom ik boven de norm van 130%. Boven de streep lijkt alles dus ok maar onder de streep is de realiteit dat ik elke maand geld te kort kom.

Mijn Mogelijkheden voor Mantelzorg

Mijn familie woont in de omgeving Dordrecht, Buren hebben zelf zorg nodig of zijn mantelzorgers voor ouders.

Vrienden hebben ouders die geholpen moeten worden. Ik heb de laatste 18 maanden mantelzorg gehad voor boodschappen en het bereiden van enkele maaltijden. Dit is beëindigd of gaat binnenkort beëindigen om persoonlijke redenen.

Mantelzorg is een tijdelijke oplossing. Vroeg of laat haakt men af. Mantelzorg is geen vanzelfsprekendheid!

De enorme financiële terugval waar ik mee te maken heb

Als men een chronische beperking heeft en zorg nodig heeft wat bekostigd moet worden door een uitkering gerelateerd aan een modaal inkomen, krijg men te maken met een enorme financiële terugval. Door de hoogte van de uitkering heb ik geen recht op toeslagen of bijvoorbeeld op een collectieve zorgverzekering van de gemeente Veenendaal.

Berekeningen van het Nibud, patiëntenverenigingen en verschillende politieke partijen bevestigen dit.

Resultaat: in het jaar 2015 elke maand een structureel financieel tekort terwijl ik in 2014 nog kon sparen.

Mijn ervaringen met de gemeente

Vanaf juni 2014 ben ik druk doende om bij de gemeente Veenendaal meer duidelijkheid te krijgen over de inhoud en de (financiële) gevolgen van de nieuwe wet WMO 2015.

Sinds maart 2011 ontving ik 4 uur thuiszorg, huishoudelijke ondersteuning 1 (ook wel HO1 genoemd). Tot 31 december 2013 verliep prima.

Het aantal zorguren is per 1 januari 2014 gekort naar 3 uur per week omdat met resultaatgericht ging werken. Het klinkt mooi maar het was een bezuiniging. De korting was bepaald n.a.v. een zeer algemene vragenlijst van de zorgaanbieder. Ik belde de zorgaanbieder of het WMO loket niet verantwoordelijk was voor herindicering. De zorgaanbieder antwoordde dat zij (de zorgaanbieder) mocht herindiceren en dat dit niet door een medewerker van het WMO loket hoefde te gebeuren.

In mijn geval werd de lijst ingevuld door een invalster, die zich NIET kon verplaatsen in mijn omstandigheden, laat staan begrijpen waar ik met mijn beperkingen tegen aan loop.
Er werd over mij beslist, niet met mij.
Ik heb een klacht ingediend bij zorgaanbieder. Deze verwees mij naar het loket van het WMO. Het loket WMO verwees mij weer naar de zorgaanbieder…ik werd dus keer op keer van het kastje naar de muur gestuurd.

In de zomer van 2014 werd langzamerhand duidelijk wat de nieuwe wet WMO 2015 (decentralisatie van de zorg) voor mij zou gaan betekenen. Huishoudelijke ondersteuning werd een algemene voorziening. Deze algemene voorziening zou € 15,00 per uur gaan kosten. Deze informatie stond in een lokaal huis-aan-huiskrantje. Wij werden niet persoonlijk op de hoogte gesteld. Tijdens de aanbieding van de zorgenquête in juli 2014 aan de verantwoordelijke wethouder, geïnitieerd door de plaatselijke SP, heb ik dit al benoemd.

Tijdens een bijeenkomst in Petenbos (november 2014) werd door wethouder Overduin informatie gegeven over de nieuwe WMO wet. Zij vertelde dat men voor informatie over de nieuwe WMO wet 2015 terecht kon op de gemeentelijke website, onderdeel zorgdomein. Deze pagina was al na enkele maanden niet meer te vinden op de website.

Op 18 september 2014 heb ik (met knikkende knietjes) gebruik gemaakt van het inspreekrecht toen het agendapunt ‘WMO-verordening’ in de raadscommissie van de gemeente Veenendaal aan de orde was. Mijn pleidooi ging o.a. over het feit dat mensen met een chronische beperking (met een WAO-uitkering gebaseerd op een modaal inkomen) financieel hard getroffen zouden gaan worden door het nieuwe beleid van de WMO.

Op 13 oktober 2014 heb ik overleg gehad met wethouder Overduin over

  • de gevolgen van de nieuwe WMO wet

  • het doorberekenen van de financiële gevolgen de bezuinigingen: op alle fronten moeten chronisch zieken of gehandicapten meer gaan betalen. Een stapeling van zorgkosten. Ik had al enkele berekeningen gemaakt.

  • de duidelijke communicatie en informatievoorziening naar de burgers etc.

Tijdens dit gesprek waren er specialisten van WMO en CAK aanwezig. Geen van drieën konden op dat moment antwoord geven op mijn vragen. Er werd afgesproken dat wij in december 2014 weer bij elkaar zouden komen.

In de tweede helft van november nam ik zelf initiatief om via de mail een afspraak te maken voor de toegezegde afspraak. Helaas had de wethouder geen tijd meer om in de maand december een gesprek met mij te hebben. Ik bracht de toezegging van de wethouder in herinnering. Enkele dagen erna kreeg ik een uitnodiging voor een gesprek van 60 minuten op 15 december 2014. Daags van te voren werd dit gesprek opeens zonder tekst en uitleg door de wethouder ingekort tot 30 minuten. Aan het verzoek, om de vragen die ik had van de tevoren te mailen, heb ik voldaan. Tijdens het gesprek op 15 december kreeg ik wederom geen inhoudelijk antwoord op mijn vragen.

De beleidsmedewerker was ook aanwezig. Hij zegde toe om z.s.m. met mij een afspraak te maken en de financiële gevolgen van de nieuwe WMO samen door te nemen.

Er werd afgesproken dat ik in maart 2015 een vervolggesprek met de wethouder zou hebben. In februari 2015 heb ik de secretaresse van de wethouder enkele mailtjes gestuurd om een afspraak te maken voor het toegezegde gesprek met de wethouder. Helaas kwam er geen enkele reactie op mijn mailtjes, ook geen ontvangstbevestiging. In deze mails heb ik ook aangegeven dat de beleidsmedewerker nog geen contact met mij had opgenomen.

In maart heeft beleidsmedewerker wel contact met mij opgenomen en heb ik op 17 maart 2015 een goed gesprek met hem gehad. Wij spraken vervolgstappen af en maakten een nieuwe afspraak. Echt heel toevallig kwam ik vrijdagmiddag 27 maart 2015 erachter dat de afgesproken vervolgstappen eenzijdig door de gemeente gewijzigd zijn, zonder mij daarin te kennen. Ik heb dit gemeld en er is toegezegd dat dit wordt doorgegeven aan afdeling Beleid. Tot op heden heb ik niets van deze afdeling gehoord.

De plaatselijke politieke partijen heb ik ook op de hoogte gesteld. Door de SP werd ik uitgenodigd op een fractievergadering om van gedachten te wisselen. Ook met Pro Veenendaal en een vertegenwoordiger van de plaatselijke PVDA heb ik gesproken. Sommige partijen hebben per e-mail gereageerd.

Foto: Jan Breur / SP Veenendaal

De Nationale Ombudsman heb ik ook op de hoogte gesteld van mijn situatie.

Tevens ben ik uitgenodigd om bij het televisieprogramma Jinek mijn verhaal te komen doen; het verhaal over mensen die in problemen komen omdat zij financieel tussen wal en schip dreigen te vallen door de nieuwe wet op de WMO. Ook ben ik uitgenodigd voor een interview met de Volkskrant. Beide uitnodigingen heb ik geweigerd. Reden ik wilde mijn hulpvraag niet via de pers beantwoord krijgen maar via de gemeente zelf.

Ondertussen ging mijn gezondheid achteruit.

In het voorjaar van 2015 heb ik minimaal 4 keer het WMO-loket gebeld met het verzoek om een keukentafelgesprek. Elke keer kreeg ik hetzelfde antwoord: ik moest wachten op de brief waarin officieel bekend werd gemaakt dat de Huishoudelijke Ondersteuning 1 (HO1) een algemene voorziening zou worden.

Na ontvangst van deze brief zou ik dan melding kunnen maken van een keukentafelgesprek. Maar….Ik moest er van uitgaan dat ik geen keukentafelgesprek zou krijgen. Reden: ik heb een HO1 indicatie en ik kan zelf de regie over mijn huishouden voeren. Ik gaf aan dat ik keukentafelgesprek wilde i.v.m. met verslechterde gezondheidssituatie en gewijzigde thuissituatie. Dit was volgens het wmo-loket geen reden tot een gesprek immers ik kan toch zelf de regie over mijn huishouden voeren!

Vreemd. De juridisch medewerkster van Ieder(in) (Te uwer informatie: Ieder(in) is de koepelorganisatie van mensen met een lichamelijke handicap, verstandelijke beperking of chronische ziekte) vertelde mij dat elke bestaande cliënt recht heeft op een gesprek en dat de gemeente de plicht heeft om de hulpvraag te onderzoeken.

Op 21 april 2015 kreeg ik de brief binnen met als onderwerp ‘wijziging HO1 per 19 september 2015. Over deze brief heeft in het Nederlands Dagblad van donderdag 18 juni en De Gelderlander editie De Vallei van zaterdag 20 juni een artikel gestaan. De Christen Unie heeft hierover schriftelijke vragen gesteld.

Ik heb bezwaar aangetekend op deze brief. Een ontvangstvestiging heb ik nooit ontvangen. Het bezwaar is afgewezen.  Reden: Op basis van een beschikking van 29-10-2014 waarin staat dat de gemeente besloten heeft dat mijn WMO indicatie verlengd wordt tot 18 september ( de transitiedatum). Bij mij was dit al lang bekend. De eerste brief heb ik in juni 2014 hierover al ontvangen.

Ik zag het een schriftelijke bevestiging.  Nu blijkt dat de gemeente bedoelde dat mijn lopende beschikking (oorspronkelijk tot 31-12-2015) heeft opengebroken en de einddatum op 18-9-2015 heeft gesteld. Ik vind de brief van 29 oktober hier totaal niet duidelijk of transparant over!

Uiteindelijk kreeg ik op 29 juni een keukentafelgesprek. De gesprekspartners in dit gesprek waren: een extern ingehuurde WMO-consulente, een onafhankelijk cliëntondersteuner en mijzelf. In het verloop van het gesprek vertelde de Wmo-consulente dat zij een afsprakenpakket van de gemeente had meegekregen.

Vreemd, het gesprek moet toch levensomvattend zijn.

Wij hebben, behalve over de huishoudelijke ondersteuning, uitvoerig gesproken over mijn financiële terugval i.v.m. hoge zorgkosten. Ook hebben wij gesproken dat, door mijn beperking, het bereiden van warme maaltijden en het doen dan boodschappen onmogelijk is. Telkens kreeg ik de wedervraag: ‘wat verwacht u van mij?

Foto: Jan Breur / SP Veenendaal
Het beleid van de gemeente is dat voorzieningen voor warme maaltijden niet onder maatwerk valt maar een algemene voorziening is. Deze moet de burger zelf betalen. Maar, wat als je er geen geld voor hebt omdat je maandelijks een structureel financieel tekort door de stapeling van zorgkosten? Tijdens het keukentafelgesprek gaf de consulente aan dat ik maar moest informeren bij de diaconie of bij Veens. Dit heb ik gedaan.
De diaconie gaf aan dat zij alleen een kortdurend vangnet zijn en geen structurele oplossing kunnen bieden.
Veens geeft aan dat als mensen aan bepaalde criteria voldoen (niet kunnen terugvallen op sociaal netwerk en niet de financiën hebben om de hulp in te kunnen kopen) kunnen ze een hulpvraag indienen. Dat kan inderdaad bij Veens of bij Stichting HiP, er wordt dan gekeken of er een helpende hand geboden kan worden.

Maar…..de vraag om dagelijks (of enkele dagen) een warme maaltijd voor mij te verzorgen is begrijpelijk maar een te grote vraag voor Veens of Stichting HiP.
Als je een beroep doet op de klussendienst, is de eerste vraag van Veens: waarom kunt u zelf geen klusjesman betalen?.....

Na enkele weken ontving ik het gespreksverslag van het keukentafelgesprek. Mijn indicatie is gewijzigd. Ik heb nu een maatwerkvoorziening van 4:10 uur. Daar ben ik erg blij mee!
In het verslag vind ik niets terug over mijn financiële terugval i.v.m. hoge zorgkosten. Er werd alleen gekeken naar algemeen geldende regels m.b.t. het doen van boodschappen en maaltijdvoorziening.en niet naar mijn persoonlijke hulpvraag. Ik heb dit verslag gelezen, broodnodige aanvullingen gedaan en teruggestuurd. Ik kreeg een nieuw verslag in andere bewoordingen maar met dezelfde conclusie.
Daags voor de transitiedatum van 18 september kreeg ik dit gecorrigeerde verslag binnen en moest het per omgaande tekenen.

In het verslag stond ook dat ik melding kon maken bij het WMO-loket betreffende de aanpassing van de douche en de (voor mij onbetaalbare) algemene maaltijdvoorziening.

Dat heb ik gedaan.

Zonder onderzoek naar de veiligheid van mijn douche, is het verzoek voor de aanpassing van de douche afgewezen. Reden: er zijn douchekrukjes van €15,00 te koop.

Reden afwijzing maaltijdvoorziening: gezien de hoogte van mijn uitkering kom ik daarvoor niet in aanmerking. Ik vroeg telefonisch aan de medewerkster of zij wist wat een warme maaltijd, via een algemene voorziening kost. Zij moest mij het antwoord schuldig blijven. (te uwer informatie: tussen de €6,00 en €7,00 per maaltijd van 450 gram). Ik heb gevraagd naar een schriftelijk verslag van deze beschikking. Hier is men nog mee bezig.

Wat doet de gemeente met overgebleven zorggeld?

Foto: Cor van Londen / SP Veenendaal
Bewaren voor zorg in de toekomst? Of uitgeven aan andere zaken? Het College van Burgemeester en Wethouders opteert voor dat laatste. De angst om niet genoeg te hebben leidde tot allerhande 'onderspenderingen' in het Sociale Domein, met als gevolg dat hier geld over was. In plaats van dit geld te bestemmen voor zorg in de toekomst, stelde het College voor om er andere dingen mee te doen - onder andere het gat in de Parkeerexploitatie te dichten.

Een aantal partijen in de gemeenteraad stelde nog voor om een 'zorgreserve' in te stellen, maar kregen geen meerderheid achter zich.

Het geld wat de gemeente is niet geoormerkt, dat klopt. Op verschillende voorlichtingsbijeenkomsten heeft de verantwoordelijke wethouder diverse keren aangegeven dat het geld voor de zorg ook voor de zorg bestemd blijft.

Oproep:
  • Gemeente, kijk niet naar de hoogte van het inkomen of uitkering maar kijk wat er overblijft onderaan de streep, na aftrek van alle vaste lasten en aantoonbare stapeling van ziektekosten. Bepaal dan of een algemene voorziening (schoonmaakondersteuning, maaltijden, boodschappen doen etc.) haalbaar is voor de hulpvrager.

  • besef dat zorgkosten meer is dan alleen het betalen van de thuiszorg voor zieken en mensen met een chronische beperking

  • Laat de regels even los en kijk met een open blik naar de persoonlijke situatie en hulpvraag van de mensen. Leef je in!

  • Laat de mensen zich gehoord en begrepen voelen. Dat is goed voor ieders welbevinden.

  • Kom afspraken na, stuur mensen niet van loket naar loket. Dit is echt niet goed voor het vertrouwen in de gemeente en de uitvoering van de wet WMO.

  • verbeter de inhoudelijke informatie en laat deze laagdrempelig zijn

  • Praat eens met het werkveld van de huishoudelijke thuiszorg en verplegende thuiszorg, niet alleen met de leidinggevenden

Hartelijk dank voor uw aandacht!


Foto: Jan Breur / SP Veenendaal


Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier