avondklok - vervolg
avondklok - vervolg
Gisteravond, in de commissie Welzijn, bleek dat de SP niet de enige partij is die vragen heeft over het instellen van een "avondklok" op een aantal plaatsen in Veenendaal. Lokaal Veenendaal heeft ook vragen gesteld, en er zit een overlap in de vragen.
Er is afgesproken dat ik de vragen per e-mail naar de wethouder zou sturen. De vragen die overeenkomen met die van Lokaal Veenendaal hoeven niet dubbel beantwoord te worden. Voor de vragen die afwijken van die van Lokaal Veenendaal komen aanvullende antwoorden.
De vragen die wij Wethouder Pilon stelden, hebben te maken met het aspect van Jongerenbeleid. Ook hebben we vragen die aansluiten op Openbare Orde en Veiligheid. Die vragen horen thuis in de commissie Middelen die vanavond plaatsvindt. Echter, ik heb er uit praktische overwegingen voor gekozen om die vragen mee te nemen in de e-mail (die dus niet alleen naar Wethouder Pilon, maar ook naar Burgemeester Elzenga is gestuurd). Dit voorkomt dat ik vanavond hetzelfde ritueel zou moeten ondergaan als gisteren; ik heb niet veel zin in een onnodige discussie over hoe er met de vragen zou moeten worden omgegaan en of zij aldanniet botsen met de vragen van Lokaal Veenendaal. Uiteindelijk gaat het toch om de beantwoording van de vragen.
Hieronder de e-mail aan Wethouder Pilon en Burgemeester Elzenga:
Geachte wethouder, geachte burgemeesterToen ik Wethouder Pilon gisteren in de commissie Welzijn aan zijn jasje trok naar aanleiding van. de "avondklok" op een aantal speelveldjes in 't Veen, werd mij duidelijk dat de fractie van Lokaal Veenendaal hier reeds schriftelijke vragen over heeft gesteld. Afgesproken is, dat ik de wethouder de vragen zou na-mailen, en dat waar er overlap is beantwoording van de vragen van Lokaal Veenendaal volstaat; waar onze vragen afwijken geeft de wethouder een aanvulling.Mijn voorstel is dat de procedure die ik met de wethouder heb afgesproken met betrekking tot de vragen die ik heb over het jeugdbeleidsaspect in deze kwestie, ook gevolgd zal worden in de vragen die ik in deze heb over het aspect van openbare orde en veiligheid. Dit lijkt mij de meest correcte en efficiënte wijze om met deze vragen om te gaan.De vragen die ik zou willen stellen zijn:
- Nu men na tienen niet meer op de betreffende veldjes mag komen; verwacht het college niet, dat de groep om wie het gaat hetzelfde gedrag elders zullen vertonen? Met andere woorden: is het probleem nu niet enkel verplaatst?
- Anticipeert het college op een mogelijk "Kat en Muis"-spel wat zal ontstaan op het moment dat jongeren gaan ronddolen, op zoek naar een plek, en "avondklokken" die hen steeds na verloop van tijd noopt hun heil elders te zoeken?
- In de media maakte Wethouder Pilon de baude uitspraak dat de ontstane situatie niet het gevolg is van een falend jeugdbeleid? Waarom is een falend jeugdbeleid niet debet aan deze situatie? Het zou de wethouder sieren indien hij de hand in eigen boezem stak.
- Is het college, en met name de portefeuillehouder, de mening toebedeeld dat het jeugdbeleid toereikend is? Of heeft de wethouder de mening dat er toch enige hiaten in het beleid zitten?
- Deelt het college de mening van de SP dat er op wijk- en buurtniveau meer gerealiseerd moet worden voor jongeren, waarbij te denken valt aan trapveldjes, Jongeren Ontmoetiongsplaatsen (JOP's), jeugdhonken, et cetera. De praktijk leert dat overlast afneemt wanneer jongeren een eigen plaats en/of activiteit voor handen hebben. Heeft het college plannen om deze te realiseren, en zo ja: wanneer mag de Veense gemeenschap deze tegemoet zien?
- Heeft het college een samenhangende visie op jeugdbeleid? In onze optiek zijn de zaken die voor de jeugd geregeld worden nog teveel bijeengeharkt; eenduidigheid ontbreekt. De noodzaak voor het instellen van een "avondklok" is een schrijnend voorbeeld van het gebrek aan een samenhangende, eenduidige visie. Indien deze visie nog niet bestaat, komt deze nog en zo ja: wanneer?
Hopend op spoedige beantwoording zoals afgesproken in de commissie Welzijn,
met vriendelijke groet,Jan Breur
- Zie ook:
- Jan Breur