Veenendaal

In Nederland werkt 18 procent van de werknemers voor minder dan een tientje per uur. Dat schaadt de economie zegt econoom Salverda.

Binnen een generatie is het aantal laagbetaalde werknemers in Nederland meer dan verdubbeld, van 0,5 naar 1,25 miljoen. Van de Nederlandse beroepsbevolking verdient nu 18 procent minder dan tien euro per uur. In Denemarken en Frankrijk ligt dat percentage op 10 procent, net als in Nederland in de jaren zeventig.

Dit blijkt uit onderzoek naar de onderkant van de arbeidsmarkt in Frankrijk, Duitsland, het Verenigd Koninkrijk, Denemarken en Nederland. Het onderzoek is uitgevoerd door het Amsterdams Instituut voor ArbeidsStudies van de Universiteit van Amsterdam. De verklaring is dat steeds meer studenten een baantje hebben en ook dat het aantal mensen dat in deeltijd werkt is gestegen.

Arbeidseconoom Wiemer Salverda, die meewerkte aan het onderzoek, noemt de uitkomsten zorgelijk. "Uiteindelijk lijdt het innovatievermogen hieronder", zegt hij. "Want steeds meer werkgevers in onder meer hotels en supermarkten werken met flexibele contracten. De kennis verdwijnt dan snel uit een bedrijf."

In Denemarken wordt daarentegen meer geinvesteerd in de laagbetaalde werknemer. Salverda schrijft dat toe aan de goed georganiseerde vakbonden. "In bijna ieder Deens bedrijf zijn vertegenwoordigers van een vakbond aanwezig. Die hebben behoorlijk veel zeggenschap. Er wordt in dit land bijvoorbeeld veel geld uitgetrokken voor het trainen van werknemers." Ook Frankrijk kent minder laagbetaalde werknemers dan Nederland. Dat komt door goede cao-afspraken. Alleen in Duitsland ligt het aantal laagbetaalde werknemers hoger dan in Nederland.

Volgens Salverda moeten we in Nederland oppassen dat het aantal zogenoemde pulpbanen niet toeneemt. "Het gaat ten koste van de kwaliteit omdat werknemers geen trainingen krijgen en de beloning onder de maat is."

Door: Janne Chaudron
Uit: Trouw, 2 mei 2008

Lees ook:
Laag loon belemmert innovatie HIER