Veenendaal

Niet meer, maar slimmer werken is wat Nederland nodig heeft om de vergrijzing te betalen.

De Commissie Bakker, die het kabinet aan het eind van deze maand een plan presenteert om 200.000 mensen aan een baan te helpen, kan zich beter richten op plannen voor scholing en technologische ontwikkeling dan op het veelbesproken ontslagrecht.

Dat vinden wetenschappers Servaas Storm en Ro Naastepad, beiden verbonden aan de Technische Universiteit Delft. Ook al lukt het de Commissie Bakker om 80 procent van de beroepsbevolking aan het werk te krijgen, dan nog blijft de vergrijzing onbetaalbaar.

Volgens berekeningen van Storm en Naastepad zijn Nederlanders te weinig productief. De groei van de productiviteit per gewerkt uur is 15 jaar achtereen gemiddeld 1,1 procent geweest. Om de vergrijzing te betalen, moet die groei jaarlijks 1,9 procent zijn, zelfs bij een arbeidsparticipatie van 80 procent.

Dit lijkt een groot verschil, maar is niet onhaalbaar, denken de onderzoekers. In Scandinavie groeit de productiviteit jaarlijks gemiddeld met 2,5 procent, in Oostenrijk met 3 procent en in Duitsland met 1,9. Naastepad: "Gezien de prestaties van de landen om ons heen, zou die groei bij ons ook mogelijk moeten zijn." Daarvoor moet geinvesteerd worden in scholing en technologische ontwikkeling.

"Wij vinden dat de Commissie Bakker het belang van hogere productiviteitsgroei boven hogere arbeidsparticipatie moet erkennen", zegt Storm.

Het voorstel van het kabinet om 80 procent van de beroepsbevolking aan het werk te krijgen, leidt volgens hem helemaal niet tot extra nationaal inkomen. "Als de arbeidsparticipatie stijgt naar 80 procent, is dat precies genoeg om de daling van de beroepsbevolking als gevolg van de vergrijzing te compenseren. Maar meer ook niet."

Door: Laura van Baars
Uit: Trouw, 3 mei 2008

Zie ook:
Meer werken dekt vergrijzingskosten niet HIER