Veenendaal

AMSTERDAM - Het Openbaar Ministerie moet zich niet blindstaren op de mening van de samenleving over taakstraffen. De taakstraf heeft in zijn dertigjarig bestaan zijn nut ruimschoots bewezen.

Dat zegt Leendert Verheij, president van het gerechtshof in Amsterdam in een artikel vandaag in het Nederlands Dagblad. Hij reageert daarmee op Harm Brouwer, voorzitter van het college van procureurs-generaal. Brouwer wil onderzoeken of een taakstraf ,,nog van deze tijd is''.

Hij wil weten of de werkstraf wel tegemoet komt aan ,,het rechtsgevoel in de samenleving''. Brouwer signaleert enerzijds dat het aantal taakstraffen de afgelopen jaren gestaag is gestegen, maar anderzijds dat er vanuit de samenleving kritiek is op de taakstraffen.

Rechtbankpresident Verheij vindt het ,,beslist te mager'' als Brouwer alleen wil onderzoeken hoe de samenleving tegen taakstraffen aankijkt. ,,Dat op zichzelf zegt niet zoveel. Heel veel mensen denken dat onze gevangenissen te vergelijken zijn met hotels. Dit is geen reden om dan het regime in de gevangenissen maar verder te versoberen. Beter is om met goede voorlichting onjuiste beeldvorming weg te nemen.''

Werkstraffen werden in de jaren tachtig geïntroduceerd als alternatief voor met name korte vrijheidsstraffen. Het OM wil onderzoeken of de Nederlandse bevolking de taakstraf niet als een echte straf beschouwt. Verheij: ,,Uit mijn eigen rechterlijke ervaring weet ik van veroordeelden die door zo'n werkstraf structuur in het leven kregen en daarna definitief tot het arbeidsproces toetraden (weg uit de criminaliteit!). Maar het gaat soms - net als in gewone werksituaties - ook grondig mis.''

Als het onderzoek uitwijst dat er iets schort aan de uitvoering van opgelegde taakstraffen, moet die uitvoering wat Verheij betreft verbeterd worden. ,,Natuurlijk past een werkstraf niet bij elk delict. Uit het al genoemde onderzoek is gebleken dat OM en rechters zich daar in de praktijk goed van bewust zijn. Maar dat de werkstraf in een behoefte voorziet, heeft de geschiedenis van de afgelopen 30 jaar ruimschoots bewezen.''

Recent is in opdracht van het College van procureurs-generaal en de Raad voor de Rechtspraak onderzocht of de taakstraf door het OM op de goede manier wordt geëist. Een taakstraf mag niet worden geëist in situaties waar al eerder een taakstraf is opgelegd, en ook niet bij ernstige misdrijven. De uitkomsten van dat onderzoek maakten volgens Verheij duidelijk dat de praktijk van het opleggen van taakstraffen in zeer hoge mate verloopt volgens de voorgeschreven regels en de daarachter liggende bedoeling van de wetgever.

Uit: Nederlands Dagblad, 8 mei 2009