Veenendaal

Speech, gehouden in de gemeenteraad op 3 juni j.l.

Voorzitter,

Laat ik de avond positief beginnen. De beleidsnotitie informele zorg is een goed stuk. Complimenten. Omdat ik de commissie niet wil overdoen of overtreffen zal ik niet vervallen in allerlei subcomplimentjes en kanttekeningetjes. Nee, over de grote lijnen zijn complimenten gewoon op hun plaats. Qua vorm goed leesbaar, qua inhoud tot tevredenheid stemmend.

Echter, op twee cruciale punten ziet mijn fractie zaken anders dan het College. Het niet of nauwelijks benoemen van zorgvrijwilligers en van allochtone mantelzorgers ziet mijn fractie als lacunes. Het College verdedigt deze echter als waren het bewuste keuzes.

Volgens de Wethouder komt de zorgvrijwilliger in het geheel niet veel voor, omdat er weinig over bekend is. De reactie van VNV-directeur Margriet de Leeuw hierop was alleszeggend: ??Als ik vrijwilliger van het Rode Kruis was, en ik hoorde de wethouder dit zeggen, zou ik woedend de zaal uitlopen.? Einde citaat.

Voorzitter, over de zorgvrijwilliger is voldoende bekend. Is het niet direct in dit huis, dan is de kennis te vinden bij vrijwilligersorganisaties. Zoals VNV. Zoals de diaconaten van kerken. Zoals noem maar op. Het getuigt van respect en van verstand om gebruik te maken van de beschikbare kennis en nadere uitwerking van het beleid.

Ook vinden wij dat allochtone mantelzorgers een plaats verdienen in het beleid. Niet om ze te reduceren tot een doelgroep en voorbij te gaan aan hun individuele potentieel, maar om ze erkennen als een groep die in al hun eigenheid hier en daar speciale behoeftes hebben om hun steentje bij te kunnen dragen aan de samenleving in het algemeen, en hun zorgbehoevende naaste in het bijzonder.

Op die punten is mijn fractie mede-indiener van respectievelijk een motie en een amendement; voor de rest kan ik bij mijn complimenten blijven.

Dank u wel.