h

Robert M. Junior

21 juni 2012

Robert M. Junior

Als een horror-reeks volkomen is uitgemolken, maar men wil toch nog een vervolg maken, komt men met een opvolger van het monster op de proppen. Meestal de zoon.

Ook Robert M., alias het 'Monster van Riga', die in het Amsterdamse kinderdagverblijf 'het Hofnarretje' zich genadeloos heeft vergrepen aan talloze kinderen (dreumessen en peuters) lijkt een opvolger te hebben. De Telegraaf meldde gisteren dat een zesjarig jongetje aan de lopende band zijn klasgenootjes aanrandt.

Wat deze aanrandingen precies behelzen, vertelde het verhaal niet. Ik kan me ook geen voorstelling maken van een zesjarige zedendelinquent. Maar de ouders van de kinderen op die school zijn behoorlijk overstuur.

Wat kan er aan de hand zijn?

1.) Het woord 'aanranden' is een zware aanzet van een onschuldig potje 'kijk en vergelijk'. Een activiteit die niet ongebruikelijk is onder kinderen. Mogelijk deed dit jongetje dit bijzonder veel, en weinig discreet. Maar dat laat onverlet dat het verhaal best wel eens overtrokken zou kunnen zijn.

2.) Het jongetje lijdt aan een stoornis, die zich uit in leeftijdsinadequaat gedrag met een seksuele focus. Een dergelijke stoornis zou aangeboren kunnen zijn (een defect in de hersenen), of het gevolg van een onveilige thuissituatie, te denken aan verwaarlozing, mishandeling en/of misbruik.

3.) Een combinatie van beide. Ongepast gedrag wat veroorzaakt wordt door een stoornis of problematiek, wat resulteert in een (te) dik aangezet verhaal.

Ik weet het antwoord niet. Ik kan wel zeggen dat ik neig naar optie 3, maar voor hetzelfde geld is er iets volkomen anders aan de hand.

Wat ik wel weet, is dat de reactie van volwassenen cruciaal is in deze. Een heftige reactie, zoals nu waarschijnlijk aan de hand is (een artikel in De Telegraaf komt niet zomaar uit de lucht vallen) kan desastreus uitpakken voor de kinderen; zowel voor de 'dader' als voor zijn 'slachtoffers'.

De schade van deze incidentenreeks zou best nog eens kunnen meevallen. Zelfs ongedaan gemaakt kunnen worden. Zolang de kinderen zich maar veilig en geborgen weten, en voldoende liefdevolle aandacht ontvangen, zullen ze ongetwijfeld gezond opgroeien en zullen deze 'aanrandingen' van geen invloed zijn op hun ontwikkeling.

Worden kinderen echter geidentificeerd met deze gebeurtenissen, worden zij gereduceerd tot het incident, dan kan deze geschiedenis diepe sporen achterlaten. Niet door datgene wat een zesjarig ventje heeft uitgespookt, maar door de reactie van de volwassen omgeving hierop.
Leerkrachten, ouders en andere betrokken volwassenen kunnen door hun reactie een schadelijke invloed uitoefenen op deze kinderen. Onbedoeld, maar desalniettemin kwaadaardig.

Is er in deze casus een opvolger van Robert M. aan te wijzen? Zo ja, wie?
Ik ben niet geneigd om het jochie van zes aan te wijzen.

Hij, en zijn leeftijdsgenootjes, kunnen nog opgroeien tot voorbeeldige burgers.
Zolang ze maar de kans krijgen om deze toestand achter zich te laten.
Ouders, leerkrachten, trek hen er niet in terug...

U bent hier