h

Teeven

5 oktober 2012

Teeven

Fred Krijmfijter heeft haast. Omdat hij op tijd op zijn afspraak wil zijn, schiet hij onder de spoorbomen door. Deze uiting van ongeduld levert hem geen tijdswinst op. In tegendeel. Hij komt onder een trein en sterft een gruwelijke dood.

Gelukkig is er geen mens die zal beweren dat 'de doodstraf een onredelijke straf is voor dit vergrijp', of dat de machinist 'buitensporig geweld' gebruikte.

Was Krijmfijter echter een inbreker geweest, die zijn misdaad moest bekopen met dodelijke klappen, dan was het verhaal anders.
Volgens staatssecretaris Teeven horen de klappen bij het 'inbrekersrisico'. Mensen mogen immers een directe bedreiging van zichzelf of hun bezittingen uitschakelen, in afwachting van de autoriteiten. Een klap van verkeerd landen, of in de commotie kan een ongeluk in een klein hoekje zitten.

Mijn partijgenoot Nine Kooijmans vindt dat Teeven die uitspraak niet had moeten doen. Het zou immers zo kunnen worden opgevat als een vrijbrief om geweld te gaan gebruiken.
Misschien heeft ze hierin een punt. Misschien valt het ook wel mee.

Het is in ieder geval goed, dat de dood van een inbreker onderzocht blijft worden. Anders wordt het wel erg makkelijk om ongestraft een moord te plegen. Je nodigt iemand uit, mept hem dood, en zegt achteraf dat het een inbreker was.
Natuurlijk kan er sprake zijn van excessief geweld. Natuurlijk is het niet de bedoeling dat een inbreker sterft. Dat moet onderzocht worden.

En daar zit nou net een belangrijke crux in het verhaal van Teeven. Zijn uitspraak over 'inbrekersrisico' deed hij in relatie tot een zaak die nog onderzocht werd.
Een staatssecretaris dient beter te weten...

U bent hier