Afscheidsrede
Afscheidsrede
Na 17 jaar gemeenteraad
Edelachtbaar college,
Weledelgestrenge leden van de raad,
Weledelgeboren aanwezigen op de tribune,
Wat moet je zeggen bij een afscheid. Een afscheid van iets dat zo onlosmakelijk verbonden met je is, dat het een deel van jezelf is geworden. Je kunt mij uit de gemeenteraad halen, maar kun je de gemeenteraad uit mij halen? De tijd zal het leren.
Mijn vrouw heeft gezegd: als je weer gaat zingen, kom ik niet. Zij heeft u allen dus een hoop ellende bespaard. Wees haar dankbaar. Ik ben haar in ieder geval dankbaar. Voor al die keren dat ze me heeft aangemoedigd, getemperd, scherp gehouden en zaken in perspectief heeft geplaatst. Voor al die keren dat ze er voor me was, ook als ik niet onder woorden kon brengen wat me dwars zat. Dank je wel. Ik hou van je.
Maar wat moet je zeggen? Nog een keertje je greatest hits de revue laten passeren? May the force be with us all. Mattheus 25:40. Blijf niet mokkend aan de kant staan, stel een daad en toon je moed. Zwart als de nacht, sterk als een beer. Menselijke waardigheid, gelijkwaardigheid en solidariteit. Een SP’er is nooit alleen. Meestal uit het hoofd, altijd uit het hart. Overal waar onrecht is, trekken wij ten strijde. Laten we veel zeggen door weinig te praten (Dario).
Woorden die ik zo vaak gezegd heb in dit huis. Ik hoop dat u er nog eens aan denkt.
Wat moet je zeggen? Iedereen bedanken? Na 17 jaar heb je met zoveel mensen gewerkt, dat daar geen beginnen aan is. En met het maken van een selectie, doe je mensen onrecht aan. En dat is nou net niet wat ik wil. Alle raadsleden, commissieleden, burgemeesters, wethouders, griffiers, griffiemedewerkers, bodes, cateringmedewerkers, ambtenaren, betrokken inwoners die kort of langer mijn pad hebben gekruist: hartelijk dank. Ook de SP, en in het bijzonder SP Veenendaal, bedankt.
Toch wil ik twee mensen in het bijzonder noemen, zonder wie ik hier niet zou hebben gestaan. Gert Worst, en Fatima Bichbich. Als die in 2006 niet allebei van het lijsttrekkerschap hadden afgezien, was de geschiedenis van de SP in Veenendaal, en mijn verhaal heel anders gelopen. Bedankt.
En natuurlijk had ik hier ook helemaal niet gestaan zonder twee andere mensen: mijn ouders. Die mij niet alleen op de wereld gezet hebben, maar ook altijd gesteund in mijn politieke avontuur. Dus ook jullie bedankt, uiteraard.
Wat moet je zeggen? Rogier Postma zei bij zijn afscheid: “partir, c’est mourir un peu.” Weggaan is een beetje sterven. En dat is ook zo. Met een groot verschil. Als je sterft, is niet alleen je rol uitgespeeld; je kunt ook niet meer zien hoe het de andere mensen vergaat. Maar ik zie u allen nog wel. En ik zal van mij laten horen, als ik dat nodig acht.
Sterker nog: aanvankelijk zou mijn afscheid niet zo’n harde breuk zijn. Ik was van plan om nog aan de slag te gaan als commissielid. Maar in het reces ben ik erg gewend geraakt aan mijn kinderen zelf naar bed te brengen. En op weg naar het eerste werkoverleg met de fractie, ‘s avonds, dacht ik: “ik ben ook gek als ik weer terugga naar dat hectische ritme.”
En dus ook een woord van dank aan mijn lieve kinderen, Tobias en Isabel. Zij hebben me geleerd dat er ook een leven buiten de politiek is.
En dus laat ik een plek achter, die mij gevormd heeft. Ik kwam binnen als een thuiswonende student, ik vertrek als huiseigenaar met een eigen gezin. Ik kwam hier niet om vrienden te maken, maar dwars door de partijen heen ontstond er toch een bijzondere klik met een aantal mensen.
Uiteraard, mijn beste ‘frenemy’, Dylan Lochtenberg, die ik al sinds het oprichten van de Veense Jongerenraad ken. Maar ook Roelof Bisschop, Jan Vermeer, Dick Roodbeen, Rogier Postma, Marjon Oostveen, Kees Oskam, Alies Katerberg, en, ze is er helaas niet meer, Mila Jansen - om er maar een paar te noemen.
En laat ik ook even Tijs van der Weele noemen, die vandaag ook afscheid neemt als raadslid.
Tijs; I hate to see you leave, but I love to watch you go.
Ik geef in goed vertrouwen het stokje over aan Sietse van der Bij. Ik kan mij geen betere opvolger indenken, en dat helpt enorm bij het loslaten. Sietse, maak er wat van.
Nu kom ik aan het eind van mijn toespraak, en nog weet ik niet wat ik moet zeggen.
In de media ben ik opgehemeld en stukgeschreven, vergeten en opgevallen.
In deze zaal heb ik successen en verlies gekend.
Ik heb aan main character syndrome geleden, en ik heb discussies in stilte en verveling uitgezeten.
Ik heb met bravoure aan de interruptiemicrofoon gestaan, en doodsangsten uitgestaan als de heer Both daar stond.
In deze zaal heb ik gevierd en gerouwd.
Ik heb wrok losgelaten en gekoesterd.
Ik heb vreugde, verdriet, frustratie en woede ervaren.
The record shows
I took the blows
And did it my way.
May the Force be with you.
- Zie ook:
- Jan Breur
Reactie toevoegen