h

Werkgevers: Pensioen moet later en kariger

11 maart 2008

Werkgevers: Pensioen moet later en kariger

De werkgevers hebben de knuppel in het pensioenhok gegooid: het moet allemaal flink minder worden. De bonden zien er niets in.

"Willen we het goede in ons pensioenstelsel behouden, dan moeten de ambities omlaag." De werkgeversorganisaties stellen het positief voor: in ruil voor een wat lager pensioen blijft het mooie stelsel op zich overeind. Weliswaar is het Nederlands pensioenstelsel uniek en iets om trots op te zijn, het buitenland kijkt er met enige afgunst naar, maar het is ook kwetsbaar, zo schrijven de werkgevers in een nota. Boosdoener is onder meer de langere levensverwachting.

Versobering is hun remedie. Die is volgens de werkgevers mede te vinden in beperkingen van de jaarlijkse aanpassing van pensioenuitkeringen aan inflatie en loonstijging. Ook bepleiten ze een terugkeer naar de oude norm: een pensioen op 70 procent van het loon. Om vroegpensioen mogelijk te maken mag er nu meer pensioen worden opgebouwd. Dat was een concessie aan de massaal stakende vakbondsleden bij de afschaffing van vut en prepensioen.

Ook de pensioenleeftijd staat weer ter discussie. Die zou geleidelijk naar 67 jaar moeten. Immers, langer doorwerken brengt meer geld in het laatje, en jonge generaties dragen nu een te fors deel van de pensioenlast.

Met hun deels nieuwe, deels oude voorstellen gooien de werkgevers de knuppel in het hoenderhok. FNV nam direct "met kracht" afstand van de voorstellen. De vakcentrale constateert dat de plannen de pensioenkwaliteit "over de hele linie" verslechteren. Ook CNV is "niet enthousiast over deze eerste inzet van de werkgevers". Deze vakcentrale deelt de zorg over de oplopende pensioenpremies. Wel is er opluchting dat de werkgeversorganisaties het collectieve, solidaire pensioen overeind houden en niet willen overstappen naar individuele pensioenen.

Ook plaatsvervangend directeur Leny van der Heiden van de Vereniging Bedrijfstakpensioenfondsen, waarvan de leden samen het leeuwendeel (400 miljard euro) van het pensioenvermogen beheren, onderstreept dit: "Alle onderzoeken wijzen uit dat het collectief regelen van pensioenen profijtelijk is voor iedereen. Dat geldt ook voor jongeren, die ooit ouder worden en dan graag een behoorlijk pensioen hebben. Ze betalen in eerste instantie meer voor hun pensioen, maar rond hun veertigste wordt dat geleidelijk minder."

Volgens de werkgevers hebben de politiek en de vakbeweging een te rooskleurig beeld van de houdbaarheid van het huidige stelsel. De kosten van de pensioenregelingen zijn opgelopen tot 15 a 20 procent van het loon en daarmee is het plafond bereikt, vinden de werkgevers.

De werkgeversorganisaties stellen opnieuw de pensioenleeftijd ter discussie. Die zou geleidelijk naar 67 jaar moeten worden verhoogd. Ze vinden bovendien dat de verdeling van de pensioenlasten "heroverweging" verdient. Jongere generaties dragen daarin naar hun mening een te zwaar deel. Bovendien willen ze een limiet aan de jaarlijkse pensioenopbouw over de langere termijn.

Volgens de werkgevers zien de politiek en de vakbeweging de ernst van de situatie onvoldoende in en hebben ze een te rooskleurig beeld over de houdbaarheid van het huidige stelsel. De kosten van de pensioenregelingen zijn opgelopen tot 15 a 20 procent van het loon, aldus de werkgeversorganisaties. Ze wijzen ook op de beursval begin deze eeuw en de fluctuaties in de rente voor de lange termijn. De onzekerheid op de financiele markten hebben een steeds grotere weerslag op de pensioenfinanciering. De nieuwe boekhoudregels stellen hogere eisen aan de buffers die pensioenfondsen moeten aanhouden.

FNV wijst in een eerste reactie de werkgeversvoorstellen resoluut af als "een verslechtering over de hele linie". "Geen wezenlijk nieuwe ideeen", oordeelt de vakcentrale. Wel is ze opgelucht dat de werkgevers het huidige driepijlerstelsel (AOW, aanvullend werknemerspensioen en individuele extra's via bijvoorbeeld koopsompolissen) overeind willen laten.

Uit: Trouw, 11 maart 2008

U bent hier