h

Minderheid... [deel 4, slot]

6 september 2010

Minderheid... [deel 4, slot]

Hoe interessant het ook geweest was om ook de niet-onderhandelende spelers in de context van de formatie van het door de PVV gedoogde kabinet VVD/CDA onder de loep te leggen, zal dat er niet meer van komen.

Geert Wilders heeft zijn ware aard getoond door zijn ongrondwettelijke eis dat Klink, Ferrier en Koppejan (leden van nota bene een andere partij dan de zijne) schriftelijk zouden verklaren dat zij zich zouden nederleggen bij de uitkomst van het CDA-congres (het gedoogkabinet omarmen) of hun spreekwoordelijke biezen te pakken.

Dat dit kabinet er niet komt, verbaast me eigenlijk. Ik had wel verwacht dat het CDA, zeker nu Klink aan de onderhandelingstafel was vervangen door Bijleveld, de wurggreep van de PVV zou aanvaarden.

Ook had ik verwacht dat Rutte en zijn VVD de xenofobe uitstraling die Wilders op hun kabinet zou werpen, met liefde zouden omarmen.
Je hoeft geen doorgewinterd politicoloog te zijn om te vermoeden dat Hans Dijkstal zich zou omdraaien in zijn graf bij het vooruitzicht van een door de PVV gedomineerd minderheidskabinet. Van de levende prominenten hebben Frans Weisglas, Joris Voorhoeve en Gijs de Vries zich weliswaar kritisch uitgelaten over dit fascisto-rechtse kabinet; de generatie VVD'ers die nu aan het roer staat lust eigenlijk (en niet zo stiekem) wel pap van harde en discriminerende praat.

Uiteindelijk was het Wilders zelf die de onderhandelingen opblies. Niet zozeer (alleen) aan de onderhandelingstafel, maar (vooral) ook daarbuiten. Door in de Australische media te lopen toeteren dat hij ook als gedoogpartner geen water bij de wijn zou doen met betrekking tot zijn stijl, door de partijvoorzitter van het CDA uit te maken voor zeurpiet, door aan te kondigen dat de coalitiepartners bij de komende Algemene Beschouwingen maar met een rood hoofd ergens anders naar zouden moeten kijken, heeft hij het grondwerk gelegd voor 'second thoughts' bij de onderhandelaars - te berde gebracht door Ab Klink. Met zijn onwettige en antidemocratische eis tot loyaliteit van CDA'ers jegens de PVV, zich daarmee tronend tot dictator van Nederland, overspeelde hij zijn hand definitief (hoewel 'definitief' in Haagse kringen altijd ruimte overlaat voor interpretatie).

Dat ik niet had verwacht dat de onderhandelingen alsnog (door Wilders of iemand anders) zouden worden opgeblazen, zegt echter niets over de levensduur die ik het minderheidskabinet had toegedicht.

In der eerste plaats was daar natuurlijk het CDA dat sterk verdeeld is geraakt. Kritiek van oud-premiers De Jong, Van Agt, Lubbers en oud-ministers als Van den Broek en Veerman werd misschien wel weggehoond door hen die het rechtse kabinet wel bliefden; ze was wel aanwezig en zou blijven aanhouden. Er trad ook verdeeldheid op binnen de lokale kaders (macht als doel vs macht als middel) en onvoorwaardelijke partijtrouw van de gewone CDA-mensen is al lang niet meer vanzelfsprekend - getuige de laatste verkiezingsuitslag.
Binnen de fractie en zelfs tussen de onderhandelaars begon het te rommelen. Jan Schinkelshoek gaf zijn positie op de reservebank op en Klink zijn positie als onderhandelaar. Ferrier, Koppejan en mogelijk nog meer, (vooralsnog) anoniem gebleven, fractiegenoten delen zijn standpunt.
Het CDA, voorheen baken van stabiliteit, had dit kabinet niet van een goed fundament kunnen voorzien.

In dat opzicht is het ook niet verwonderlijk dat Wilders garanties van het CDA wilde, hoe tiraniek deze eis dan ook vormgegeven was.
Toch is zijn recht van spreken beperkt. Binnen zijn eigen fractie is daar nog altijd het heerschap Hero Brinkman, die als splijtzwam zou kunnen opereren. Hij is als enige kritische lid van de fractie (niet van de partij, want die heeft slechts EEN lid, namelijk Wilders zelf) een potentieel gevaar voor de autoriteit van Wilders door openlijk te pleiten voor democratisering van de dictatoriale PVV.
Brinkman is daarbij niet van onbesproken gedrag, evenals fractiegenoot Dion Graus, en kan aldanniet terecht in verband worden gebracht met geweldsdelicten en vreemdsoortige ruzies.
PVV-kamerlid Bosma heeft zich openlijk getoond als voorstander van het martelen van (linkse) journalisten.
Kamerleden De Roon en Fritsma moeten hun taak in het parlement combineren met die in de gemeenteraden van respectievelijk Almere en Den Haag. De vraag is hoe goed deze functies te combineren zijn.
Dan is er nog het legioen nieuwe PVV-kamerleden dat regeringsdeelname legitimeert, maar van wie het nog wel de vraag is hoe men zich ontwikkelt in de kamer.
Tot slot de vraag of Wilders er in slaagt om voldoende vertrouwelingen te vinden voor PVV-deelname aan de verkiezingen voor de Provinciale Staten en de Eerste Kamer - om zo ook te kunnen bijdragen aan een eventuele meerderheid voor 'zijn' kabinet in de Senaat.

Het feit dat Wilders echter een PVV heeft, getuigt al van een zekere instabiliteit bij de derde en grootste coalitiepartner; de VVD. Van deze partij was Wilders' PVV immers een afscheiding.
Hoewel prominent VVD'er en oud-Kamervoorzitter Frans Weisglas zich onlangs in de Volkskrant liet ontvallen dat hij jaloers was op de interne discussie in het CDA, is er wel degelijk onrust binnen de VVD.
Er zijn natuurlijk de nodige prominenten, al zijn zijn niet talrijk, die zich tegen het door Wilders gedicteerde VVD/CDA-kabinet hadden gekeerd. Dit suggereert dat dit kabinet ook binnen de VVD op enige controverse stuit. Zowel de sociaal-liberale als de aan het bedrijfsleven vergroeide VVD'ers zien het niet zitten: respectievelijk om de discriminatoire ongerechtheid die Wilders' gedoogkabinet zou uitdragen en om de slechte naam die Nederland hierdoor in het buitenland zou krijgen.
Het kan niet anders, of dit onbehagen ging verder dan de prominenten - die per definitie het topje van de spreekwoordelijke ijsberg vormen.

Nog los van de kleine aanwijzingen van onrust in het VVD-kader, kan de VVD geen stabiliteit garanderen. De afgelopen jaren is de partij een tijdbom gebleken waar de incidenten staan te popelen om boven te komen drijven.
Zo was daar destijds de ruzie tussen Weisglas en Jorritsma over het Kamervoorzitterschap. Kinderspel, vergeleken met de rij Kamerleden en Bewindslieden, die om uiteenlopende redenen niet te handhaven bleken. De lijst is lang:
Wilders, Nijs, Hirsi Ali, Dekker, Verdonk, Boekesteijn...

De minimale meerderheid in de Tweede Kamer, waarop dit kabinet had moeten steunen, was dus op geen enkele wijze gegarandeerd. VVD en CDA waren al volledig afhankelijk van de luimen van de PVV (goed voor 24 zetels). Maar zowel binnen de gedoogpartner als binnen de beide coalitiepartijen is het reeel om dissidenten te verwachten.

Het minderheidskabinet was dus gedoemd om voortijdig te sneuvelen.
Wellicht ook hierom beter dat het er niet gekomen is.

*** De ontwikkelingen van de verdere formatiepoging(en) zullen worden behandeld in de serie 'Proeve', waarvan het eerste deel morgen zal verschijnen ***

U bent hier