h

De tien geboden - gebod 1

28 juli 2013

De tien geboden - gebod 1

Wacht je ervoor een verbond te sluiten met de inwoners van het land waarheen je op weg bent, want dat zou jullie ondergang zijn. Breek hun altaren af, verbrijzel hun gewijde stenen en hak hun Asjerapalen om, want jullie mogen niet voor een andere god neerknielen. De HEER, de Afgunstige, duldt immers geen andere goden naast zich. Sluit geen verbond met de inwoners van dat land, want wanneer die zich met hun goden afgeven en offers aan hen brengen, zouden ze jullie uitnodigen om aan hun offermaaltijden deel te nemen. En als jullie uit hun dochters voor je zonen vrouwen kiezen, en die vrouwen geven zich met hun goden af, zullen ze ook je zonen daartoe verleiden. Exodus 34:12-16

Een groot misverstand onder niet-kenners van de bijbel, is de gedachte dat er ergens een keurig genummerd lijstje te vinden is waar al de tien geboden staan. Helaas. Het is niet echt duidelijk waar het ene gebod begint en het andere eindigt. Om die reden hanteren Joden, Katholieken, Orthodoxen en Protestanten elk een eigen indeling van de tien geboden. In verschillende Soera's zijn de tien geboden ook versnipperd terug te vinden in de Koran. Maar een officiele lijst die de geboden van een tot tien nummert, bestaat niet.

Bovenstaande tekst zal dus ongeveer het eerste gebod zijn. Ingekleed in een boel strenge, hele specifieke regels (met een behoorlijk xenofobe lading) staat hier feitelijk wat min of meer kan worden samengevat als:
"Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden," de tekst die terug is te vinden in Exodus 20:2-3; een eerdere (en bekendere) versie van de tien geboden waar ook de nummering van de specifieke geboden ontbreekt.

In dat eerste gebod staat dus nogal wat. Meer nog dan algemeen verondersteld wordt. Je zou er zelfs uit kunnen opmaken dat de pertinente weigering van Israel om zich aan verdragen met betrekking tot de Palestijnse gebieden te houden - en hun kolonisatie bruut doorzetten - een directe uitvoering van het eerste gebod, zoals verwoord in Exodus 34, is.
De veelgehoorde stelling dat 'de Koran een boek van geweld is', en 'de bijbel een boek van liefde' wordt in het eerste van de tien geboden al direct ontzenuwd. De Joods-Christelijke traditie kent ook een geschiedenis van geweld en de 'Godgegeven grondwet' gebiedt de vernietiging van andermans cultuurgoed en absolute segregatie - en dat al in het eerste artikel. Vergelijk dat eens met Artikel 1 van de Nederlandse grondwet, waarin iedereen gelijk is...
De intolerantie van God gaat zo ver in dit gebod, dat hij zichzelf volgens deze tekst wel moet presenteren als De Afgunstige. En dat, terwijl hij zichzelf enkele regels daarvoor nog 'liefdevol en waarachtig' noemde (Ex. 34:6).

Kennis van de context is wellicht noodzakelijk om chocola te kunnen maken van dit ogenschijnlijk haatdragende gebod. Het boek Exodus (Sjemot) beschrijft de uittocht uit Egypte, geleid door Mozes. Het Israelische volk heeft daar enkele generaties geleefd. Van economische vluchtelingen zijn ze verworden tot slaven, totdat Mozes - pleegzoon van het koninklijk huis en van Israelische komaf - de slavernij een halt toeroept en het Israelische volk wegleidt uit het Egypte van de onderdrukkers, met Kanaan als beoogde eindbestemming.

Voor dit verhaal zijn echter geen archeologische bewijzen. Er zijn geen aanwijzingen dat er een massale migratie (het gaat om een stoet van duizenden mensen) van Egypte naar het huidige Israel/Palestina heeft plaatsgevonden. Ook hebben de oude Egyptenaren, die doorgaans alles zeer goed documenteren, (voor zover bekend) niets geschreven over een massale uitbraak van hun slaven - of de reeks van 10 plagen die daar, volgens de overlevering aan vooraf ging.
Onder hen die daarom moeite hebben te geloven dat Exodus een 'waargebeurd verhaal' is, is de veronderstelling dat het boek ontstaan is tijdens de Babylonische ballingschap - als een boek van troost - gangbaar.

Welke van beide lezingen je ook aanhangt: het Joodse volk, en het Joodse geloof, was bezig zich een plek te verwerven in een wereld die sterker dan hen was. Daarbij dicteerde de dominante cultuur een meergodendom dat haaks stond op het monotheisme van die ene kleine cultureel-etnische minderheid dat het Joodse volk in die regio was (en ook vandaag is).
Het Joodse volk, dat net bezig was het meergodendom te ontworstelen, wist nog niet precies wat het monotheisme zoal moest behelsen. Het concept was in die tijd vrijwel uniek, en bij lange na niet zo wijdverbreid als tegenwoordig.
Daarom zijn er tot op de dag van vandaag nog sporen te vinden van het polytheisme (meergodendom) in de bijbel. Voorbeeld: "De zonen van de goden zagen hoe mooi de dochters van de mensen waren, en ze kozen uit hen de vrouwen die ze maar wilden." (Gen. 6:2)

Zelfs op het moment dat Mozes volgens de overlevering bezig was de tien geboden op de twee stenen tafelen te houwen, vond het Joodse volk het nodig het nodig om een eigen God bij te maken, in de vorm van het 'Gouden Kalf' (Ex. 32).

Het eerste gebod vraagt dus niet zozeer om het vernietigen van andere culturen en religies, maar om het zuiver houden van de Joodse, die op het moment van schrijven net in de kinderschoenen stond. Het is natuurlijk niet zo gek dat je een radicaal nieuw geloofsconcept in haar eerste kwetsbare fase, vrij wilt waren van 'besmetting' door andere concepten.
Dit alles maakt het eerste gebod bijzonder tijdgebonden. In dat opzicht is het niet meer dan terecht dat de verwoording eerste gebod in Exodus 20 (Ik ben de HEER, uw God, die u uit Egypte, uit de slavernij, heeft bevrijd. Vereer naast mij geen andere goden.) meer bekendheid en aanhang heeft gekregen. (Overigens geldt dat voor alle 10 geboden.)
Al was het alleen maar, omdat je tegenwoordig niet zoveel Amorieten, Kanaanieten, Hethieten, Perizzieten, Chiwwieten en Jebusieten (met wie je zonen niet mogen trouwen, en met wie je niet samen mag eten) meer tegenkomt.

Maar als het eerste gebod vooral voor Joden van toepassing was, rond het ontstaan van hun geloof... hoe is het dan van toepassing op ons, anno hier en nu? Het monotheisme is al lang en breed gesetteld. Daarbij: het is mijn bedoeling om wijsheden te zoeken die het geloof overstijgen - niet wijsheden die men bindt aan een bepaald geloof. Het zou voor iedereen toepasbaar moeten zijn, en het eerste gebod lijkt dat niet te zijn.

Hoewel?
'God' heeft vandaag de dag nog altijd concurrentie van andere goden. Deze andere goden krijgen weliswaar niet de titel 'God', ze krijgen wel de status. Ze worden aanbeden, aangehangen, gevolgd... misschien wel meer dan 'erkende' goden ooit zullen worden.

De god 'ambitie' deed Rijkman Groenink de ABN AMRO ten gronde richten. En Geert Dales ieder project waar hij ooit zijn vingers oplegde doen ontploffen (meest in het oog springend: de Amsterdamse noord-zuidlijn).
De god 'egoisme' deed Ayn Rand een ideologie schrijven waarin een ander helpen iets pervers is. En Margareth Thatcher deze ideologie uitvoeren, en daarmee een groot deel van de Britse bevolking in armoede storten.
De god 'verslaving' creeert junks en alcoholisten; de god 'lust' zedenmisdadigers. De god 'voetbal' maakt dat bij tijd en wijle groepen hooligans hele slagvelden aanrichten.
Voor de god 'begrotingsdiscipline' offert het Kabinet Rutte de welvaart van het Nederlandse volk. Pechtold en zijn D66 offeren nationale democratie aan de god 'Europa'.
En dan zijn er nog de goden 'marktwerking' en 'economie', die kennelijk aanbeden worden door hele lagen van de samenleving - en met name hen die invloed hebben.

Het moge duidelijk zijn dat je deze andere goden niet moet dienen. De vergaande verering van deze goden heeft een destructieve werking, zoals beschreven in bovenstaande voorbeelden.
Maar moet je God, de zelfverklaarde Afgunstige wel dienen? Wie is hij, dat hij wel gediend kan - of zelfs: zou moeten - worden? Is hij waardig om gevolgd te worden? Is hij meer dan alleen Afgunstig?

Ja, dat is hij. In het Nieuwe Testament vinden we een belangrijke zinnetje:
"God is liefde. Wie in de liefde blijft, blijft in God, en God blijft in hem." (1 Joh. 4:16).

Als je God, zoals dit zinnetje voorschrijft, vereenzelvigt met liefde (hoe tegenstrijdig dat ook lijkt met het beeld van de afgunstige god), hebben we hier een God die waardig is om gediend te worden. Door iedereen. Ook mensen die een andere religie of het atheisme aanhangen, kunnen de Liefde aanhangen.
Vertaald naar de huidige situatie, zou het eerste gebod dus een gebod kunnen worden dat in het moderne socialistische denken past. Enige herformulering zou dan wel noodzakelijk zijn.

Ik stel voor:

Stel je niet bloot aan destructieve invloeden, maar dien de liefde.

______________________________________________
- Volg de reeks 'De Tien Geboden' HIER

U bent hier