De tien geboden - gebod 4
De tien geboden - gebod 4
Houd de sabbat in ere, het is een heilige dag. Zes dagen lang kunt u werken en al uw arbeid verrichten, maar de zevende dag is een rustdag, die gewijd is aan de HEER, uw God; dan mag u niet werken. Dat geldt voor u, voor uw zonen en dochters, voor uw slaven en slavinnen, voor uw vee, en ook voor vreemdelingen die bij u in de stad wonen. Want in zes dagen heeft de HEER de hemel en de aarde gemaakt, en de zee met alles wat er leeft, en op de zevende dag rustte hij. Daarom heeft de HEER de sabbat gezegend en heilig verklaard. Exodus 20:8-11
En hij voegde eraan toe: "De
sabbat is er voor de mens, en niet de mens voor de sabbat." Marcus 2: 27
De rustdag is voor aanhangers van de monotheistische godsdiensten een heilig begrip. Joden en Zevendedagadventisten houden deze op zaterdag - de zevende dag in de week - als verwijzing naar de zevende dag, waarop God volgens de bijbel zelf rust zou hebben genomen na de voltooiing van de schepping. Veel christenen houden hem op zondag, verwijzend naar de dag waarop Jezus zou zijn opgestaan uit de dood, en verheffen deze dag feitelijk tot een wekelijks 'klein pasen'.
Wat belangrijk is, is dat er een dag in de week vrij wordt gehouden.
Dat wetende zou de discussie in de Veenendaalse gemeenteraad over de zondagopenstelling van winkels een no-brainer moeten zijn voor de confessionele partijen. Het bijbelse gebod schrijft immers niet alleen voor dat gelovigen hun rust moeten houden, maar ook dat zij erop toe moeten zien dat anderen dit ook doen. De werkelijkheid is echter anders.
ChristenUnie en SGP stemden in met een draagvlakonderzoek hierover, dat zij een jaar eerder nog tegenhielden. Met de uitkomsten van dit onderzoek doen zij echter niets (vandaar dat zij aanvankelijk tegen het onderzoek waren), want zij blijven tegen de koopzondag. Het onderzoek fungeert voor hen enkel als middel om de invoering tegen te houden, of op zijn minst uit te stellen.
Het CDA heeft (geheel volgens traditie, zouden cynici kunnen zeggen) een nog wonderlijker standpunt. Over de zondagopenstelling van winkels zijn ze verdeeld, maar ze zijn unaniem tegen een draagvlakonderzoek daarnaar. Terwijl dit onderzoek toch zou kunnen bijdragen aan een eendrachtig standpunt, zou je denken. En hoe kan het dat een christelijke partij niet de rijen kan sluiten over een van de tien geboden? Geldt het sabbatsgebod soms niet voor winkelpersoneel - en hoe zit het dan met de andere geboden?
Het (in deze telling aangehouden) vierde gebod is, althans: voor christenen, niet zo zwart-wit als het in Exodus staat beschreven. Nuancering vinden we terug in de Evangelieen, waarin het leven van Jezus volgens de bijbelse overlevering wordt beschreven. Nadat hij vermanend is aangesproken op het helpen van een vrouw op de sabbatdag, spreekt hij zijn opponent, de synagogeleider en de menigte, verontwaardigd toe: "Huichelaars! Maakt niet ieder van jullie op sabbat zijn os of ezel los van de voederbak om hem te laten drinken?" (Lucas 13:15)
Samengevat; veel Joden verrichtten destijds - ruim 2000 jaar geleden - al het noodzakelijke op de sabbat, en Jezus keurt dit goed. Wat gedaan moet worden, moet gedaan worden - ongeacht de dag van de week. De afweging die dus gemaakt moet worden inzake de zondagsopenstelling van winkels, is, voor aanhangers van de Joods-Christelijke traditie, of deze noodzakelijk is.
Hoewel er veel socialisten in een god (of meerdere) geloven, maakt deze geen deel uit van de socialistische ideologie. En dus kan er - puur op ideologische basis - niet aan een god worden gespiegeld. De geleverde motivatie: gij zult rusten, want god deed het ook, gaat dus niet op.
Dat wil niet zeggen dat vrije tijd geen groot goed is voor socialisten. In tegendeel. Op 23 december 1960 werd de vrije zaterdag ingevoerd; het sluitstuk van de arbeidersbeweging op het gebied van vrije tijd. Het was eveneens de (socialistische) arbeidersbeweging die heeft geknokt voor de invoering van tweede kerst-, paas- en pinksterdag. En datzelfde geldt voor de veertigurige werkweek. Niet om een voorbeeld te nemen aan (om het even welke) god, maar om arbeiders de kans te geven om eindelijk eens wat tijd met zijn gezin en/of vrienden door te brengen, of tot rust te komen.
Wat belangrijk om te weten is, dat de 'wetten van hebzucht' door de jaren heen nauwelijks veranderd zijn. De kapitalisten hanteren het liefst nog het piratenmotto 'take what you can, and give nothing back', en dat was vroeger niet anders. Als zij het voor het zeggen hadden, waren de werktijden onafgebroken en verlieten mannen, vrouwen en kinderen de werkplek nooit. Socialisten, die arbeiders niet als goedkoop productiemiddel zagen - maar als mensen - kwamen hiertegen in verzet.
Waar de strijd de arbeidstijden betrof, hanteerde de arbeidersbeweging het motto: "8 uur werk, 8 uur slaap, 8 uur vrij". Tel deze blokken van 8 uur bij elkaar op, dan kom je uit op 24 uur; een etmaal. Kortom; een dag moest evenredig verdeeld worden over arbeid, slaap en vrije tijd. Deze vrije tijd werd (idealiter) benut voor ontplooiing en ontmoeting. Voordat de televisie haar intrede deed werden cursussen en lezingen volop bezocht door arbeiders; ook politieke- en vakbondsactiviteiten en het verenigingsleven kenden hoogtijdagen.
In de laatste overwinning, de invoering van de vrije zaterdag, hebben mensen die in een winkel werken nooit mee kunnen delen. Zij bleven gewoon doorwerken op zaterdag; in de winkeltijdenwet is er nooit een vrije zaterdag opgenomen geweest. Door het opkomende consumentisme is dit weliswaar lucratief geweest; de vraag is of zij die ene vrije dag die zij wel hebben wel moeten inleveren.
Zelfs als winkelopening op zondag vanuit de gemeenteraad geen verplichtend karakter heeft, is het nog altijd wel de vraag of het de winkelier is die beslist. Of zou het de franchisegever of de pandeigenaar zijn?
De macht van de kapitalistische krachten is niet te onderschatten; wil je hardwerkende middenstanders daaraan blootstellen?
Terwijl steeds mensen de veertigurige, vijfdaagse werkweek achter zich laten en minder werken, wordt er in winkels juist steeds meer gewerkt.
Als winkeliers massaal op zondag open willen, zal de SP hen daarvoor geen haarbreed in de weg liggen. Toch houden we er serieus rekening mee dat de realiteit wel eens anders zou kunnen zijn. Het draagvlakonderzoek is daarom van groot belang. De enige vrije dag van de winkelier is iets waarmee - ook vanuit de socialistische traditie - zorgvuldig moet worden omgegaan. Ook zonder god is vrije tijd iets heiligs.
Het vierde gebod is, afgezien van de verwijzing naar God (hoewel deze voor veel religieuze socialisten ook waardevol is), ontegenzeggelijk relevant. Voor socialisten gaat de noodzaak van vrije tijd zelfs verder dan een dag in de week.
Om het gebod in te bedden in het socialistische gedachtegoed, behoeft het een 'goddeloze' vertaling:
Vrije tijd is een recht, dat niet kan worden los gezien van de plicht haar te verdedigen
- Zie ook:
- Jan Breur