h

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

14 oktober 2013

SCHRIFTELIJKE VRAGEN

VAN DE FRACTIE SP

ONDERWERP: (wederom) bejegening volksvertegenwoordiging

 

Veenendaal, 14 oktober 2013

 

Geacht college,

 

Op 10 september jongstleden hebben wij schriftelijke vragen gesteld naar aanleiding van de uitstoot van Ardagh (2013.17). Op uw besluitenlijst van 1 oktober is te lezen dat u na aanpassing van de tekst instemt met de beantwoording conform de bij het voorstel behorende conceptbrief (Openbare B&W-besluiten 1 oktober 2013, nr. 11).

Op 2 oktober jongstleden stuurde u deze conceptbrief naar een viertal journalisten van respectievelijk de Veenendaalse Krant, de Rijnpost, de Gelderlander en RTV Utrecht, tezamen met het concept Beleidskader Werk en Inkomen. In deze conceptbrief had u nog niet alle vragen beantwoord, en antwoorden die u daarin wel gaf, behoefden nog de nodige aanvulling. Kortom; de brief die u naar de pers stuurde was verre van af.

Op 9 oktober jongstleden verscheen er in de Veenendaalse Krant een artikel naar aanleiding van uw beantwoording op schriftelijke vragen 2013.17.

Op 11 oktober ontving mijn fractie uw antwoorden op de vragen; volgens het stempel op de brief was deze verzonden op 7 oktober. Dit is vijf dagen nadat u de pers voorzien had van informatie. Doordat wij uw antwoorden ontvingen nadat hierover al is gepubliceerd in de pers, kwamen deze dan ook als mosterd na de maaltijd.

Deze onzorgvuldige gang van zaken, volgend op de geschiedenis zoals beschreven in schriftelijke vragen 2013.21, doet ons stilaan vermoeden dat u niet zoveel waarde (meer) hecht aan een goede verstandhouding met (een deel van) de volksvertegenwoordiging.

Wij willen graag opheldering over het volgende:

  1. Is het gebruikelijk om de pers eerder antwoorden op vragen te geven dan degene die de vragen heeft gesteld?
  2. Is het gebruikelijk om de pers te voorzien van informatie, voordat deze het stadium van volledigheid heeft bereikt?
  3. Acht het college het, in tegenstelling tot de SP, wenselijk dat vragenstellers hun antwoorden eerder via de pers vernemen dan van het college zelf?
  4. Waarom is ervoor gekozen om derden, in casu de pers, maar liefst een week eerder te laten beschikken over uw antwoorden dan de SP-fractie?
  5. Hecht het college waarde aan een goede verstandhouding met de volksvertegenwoordiging? Zo ja: waaruit blijkt dat en hoe past de hierboven beschreven geschiedenis hierin?

 

Wij rekenen op een spoedige, gemotiveerde beantwoording.

Hoogachtend,

Jan Breur, fractievoorzitter Fatima Bichbich, Commissielid Charlotte Passchier, Commissielid

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier