h

Je Suis Charlie

11 januari 2015

Je Suis Charlie

Foto: Anoniem / via twitter; "straatmarokkaan"
Deze week had weer mijn eerste werk- en vergaderweek moeten worden, ware het niet dat een griep mij hiervan weerhield. Toch ben ik niet de zieke in dit verhaal. Die 'eer' valt een groep bloeddorstige terroristen ten deel.

Ze bestormden afgelopen woensdag de redactie van het Franse satirische weekblad Charlie Hebdo. In naam van hun godsdienstvisie richtten zij een bloedbad aan - het verhaal is bekend.
Twaalf mensen verloren hun leven bij deze aanslag op het vrije woord. In de dagen daarna volgde een gijzelingsdrama; wederom vloeide er bloed.

Vanuit mijn ziekbed vernam ik hoe het zwaarverdeelde Europa één werd. Van extreem-rechts tot orthodoxe moslims; iedereen heette Charlie. Zelfs vanuit Aleppo, Syrië, kwamen solidariteitsverklaringen. John Kerry, de secretary of Foreign Affairs van de Verenigde Staten hield een toespraak in bijna-vloeiend Frans. De hele wereld heette Charlie.
Ook ik.

Eendrachtig verklaarden wij ons solidair met de slachtoffers. Eendrachtig keurden we de barbarij van de terroristen af. Eendrachtig namen wij het op voor de persvrijheid en de vrijheid van meningsuiting.

Door al die eendracht zou je bijna gaan denken dat alle Charlies hetzelfde zijn.
Dat is niet zo.

Enkele, zo niet heel veel, Charlies zien 'de Islam' of zelfs het gehele spectrum aan religies verantwoordelijk voor het bloedbad, en pleiten voor het uitbannen ervan - opdat het vrije woord (paradoxaal genoeg) kan voortbestaan.
En zo is religie in het algemeen, en de Islam in het bijzonder, collateral damage van deze gruwelijke aanslag - zoals bovenstaande cartoon treffend verbeeldt.

Geert Wilders is zo'n Charlie. Hij schroomde geen moment om de aanslag aan te grijpen als 'oorlogsverklaring', om zo nieuwe stapjes toe te voegen aan zijn voortdurende tango met de Islam. Pas uren later verscheen zijn 'Je Suis Charlie'-tweet; iets wat moest doorgaan als een betuiging van medeleven met de slachtoffers.
Bij de gijzelingen die vrijdag volgden, liet hij het medeleven met de slachtoffers helemaal achterwege. Die mochten enkel figureren in een oproep om 'de grenzen dicht' te doen en te 'de-islamiseren'.

Zijn 'partij'-ideoloog Martin Bosma kon er ook wat van. Die verhief 'islamcritici' (zoals hijzelf en het Duitse Pegida) als de ware slachtoffers van het bloederige drama in Parijs.

Dankzij Twitter nam ik hier kennis van. En dankzij Twitter was ik in de gelegenheid om hen hierop aan te spreken. En dat deed ik ook. Niet omdat 'Breur uit het gehucht Veenedaal (sic) ook wil scoren'; zoals @petertbier suggereerde. Nee. Omdat ik geloof dat de betekenis van het vrije woord niet versmald mag worden tot het 'Evangelie van Wilders'.

Wilders' kijk op de Islam deel ik geenszins. Al was het alleen al omdat de Islam te divers is om over één kam te scheren. Die 1,5 individuen die moslim zijn, zijn allemaal anders. Ze staan allemaal anders in het leven, anders in het geloof, anders in de samenleving. Het zijn immers mensen. Het enige waarin alle mensen gelijk zijn, is dat ze allemaal anders zijn.

Dat je de Islam niet over één kam kunt scheren, blijkt ook uit het simpele feit dat het niet alleen het geloof van de schurken uit het Franse drama is, maar ook van enkele helden.
Supermarktmedewerker Lassana Bathili, die een groep mensen - waaronder een baby - van een wisse dood redde, door hen in een koelruimte te verstoppen en de politie in te lichten, is moslim.
Politieagent Ahmed Marabet, de man die zijn leven gaf in een poging om Charlie Hebdo en diens redactie te beschermen, was moslim.

Ik vind dat je hen groot onrecht aandoet wanneer je deze goede mensen in dezelfde hoek plaatst als de koelbloedige moordenaars en gijzelnemers die zij trachtten te dwarsbomen.
Ik vind ook dat bij een drama, zoals dat zich de afgelopen week in en rond Parijs afspeelde, compassie en solidariteit met de slachtoffers op de eerste plaats moeten komen - en dat die slachtoffers niet ongevraagd willoze pionnen worden in een politieke campagne.
Dat is mijn mening.
Die mag ik uiten. En dat deed ik.

Een democratie kan alleen werken, als alle ideeën, opvattingen en overtuigingen kunnen worden geuit, bekritiseerd en bediscussieerd. Charlie Hebdo begrijpt dit, en geeft hier elke week opnieuw invulling aan. Het blad laat zich door niemand voorschrijven wat het moet vinden; door niemand de mond snoeren. Zelfs niet door terroristen die een bloedbad op hun redactie aanrichtten.

En dus uit ik mijn mening. Ook als die mening niet het 'Wilders-zegel van Goedkeuring' draagt. En ik bekritiseer wat ik bekritiserenswaardig acht. Of dat nu tweets van Wilders en Bosma zijn, of van een moslimextremist die twitterde voorbereidingen te treffen om Ebru Umar te vermoorden. (De tweet waarin ik vroeg of dit satire was, of dat hij te diep in het glaasje had gekeken, heeft hij toegevoegd aan zijn favorieten. Ik weet niet wat ik hiervan moet denken. Inmiddels is e.e.a. op mysterieuze wijze van twitter verdwenen.)
Ik uit mijn mening, omdat ook ik Charlie ben.

Als de vrijheid van meningsuiting zich beperkt tot één enkele, voorgeschreven mening, hebben de terroristen gewonnen.

Je suis Charlie.
Merde.

Reacties

Dank voor deze na denker.

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier