Rijkdom en inkomensongelijkheid; deel 1
Rijkdom en inkomensongelijkheid; deel 1
Tijdens de recordhitte van de afgelopen dagen heb ik in de schaduw heerlijk zitten lezen. Niet een of ander flutboekje. Nee. Ik heb mij verdiept in rijkdom en de oneerlijke verdeling daarvan over de mensen. Dan rijzen er vragen als: is inkomensongelijkheid te verdedigen en zo ja, hoeveel ongelijkheid is dan verantwoord. Ik liet mij leiden door het boekje 'Rijkdom' van Ingrid Robeyns.
De topman van Walt Disney verdient jaarlijks meer dan 650x zoveel als de laagstbetaalde bij dat bedrijf. Maar is hij dat waard? Zou het niet beter zijn om te leven in een maatschappij, waarin iedereen tenminste een prettig salaris verdient? Sinds Thomas Piketty in 2013 met zijn boek kwam begint de overtuiging te groeien, dat extreme inkomensongelijkheid helemaal niet zo gunstig is voor de samenleving. Maar ook al veel eerder werd daarover nagedacht en geschreven: Aristoteles, die leefde van 384 tot 322 voor Chr. Heeft hierover geschreven in zijn bekende werk “Politica”. Hij schreef daarin, dat het noodzakelijk is, dat rijkdom een grens kent en dat zodra iemand zich gaat bezighouden met vermogensvermeerdering hij al snel zal proberen om zijn kapitaal tot in het oneindige te vergroten. En dat blijkt –als je kijkt naar de baas van Amazon.com, Jeff Bezos, wiens vermogen eind 2018 geschat werd op 112,8 miljard dollar- nog steeds te kloppen!
Maar die ongelijkheid is er niet alleen in de USA, want ook wij hier in Nederland kunnen er op dat gebied ook wel wat van, want:
- alle Nederlandse gezinnen samen hebben zo’n 1200 miljard aan vermogen; dit is gemiddeld € 158.000 per gezin, maar…
- de 10 rijkste Nederlanders hebben een geschat vermogen tussen de 1,8 en 12,8 miljard euro
- de rijkste 10% van de gezinnen heeft samen 61% van die €1200 miljard
- 60% van de gezinnen heeft (vrijwel) geen vermogen of heeft zelfs schulden
- de resterende 30% heeft gemiddeld zo rond de € 200.000 per huishouden.
Je hoeft geen genie te zijn om te begrijpen, dat dit niet een goede verdeling is, maar om welke redenen is dat dan niet goed? En wat is dan wel de goede verdeling? Iedereen precies evenveel inkomen of toch wel inkomensverschillen wensen. Maar hoe groot mogen die verschillen dan zijn? Dat zijn de vragen waarom het in dat boekje “Rijkdom” gaat.
Het blijkt dan, dat er wel 6 redenen te bedenken zijn om strijd te voeren tegen té grote rijkdom, en wel:
- Het is niet erg ethisch.
- Het brengt de democratie in gevaar.
- De ecologische plicht wordt niet nagekomen.
- Het let niet op de noden van anderen.
- Het gaat feitelijk om onverdiend vermogen.
- Het dient niet het belang van de superrijken zelf.
In de volgende twee delen van dit artikel zal ik deze argumenten wat verder gaan uitdiepen en bespreken met welke maatregelen er iets aan deze ongewenste situatie valt te doen.
Reactie toevoegen