h

Dodelijk optimisme

6 januari 2021

Dodelijk optimisme

Rutte's grootste zwakte

Het ergste moet nog komen.
Arthur Schopenhauer; 1788-1860

Ooit las ik een een interessante take over optimisme en pessimisme. Namelijk, dat pessimisten een veel prettiger leven hebben dan optimisten. Dat lijkt tegenstrijdig; immers, optimisme wordt geasocieerd met positiviteit. En positiviteit is prettig. Toch?
Maar als je erover nadenkt is het eigenlijk heel logisch...

Een optimist gaat uit van het beste scenario; een pessimist van het slechtste. Dus als het slechtste scenario zich voordoet, is de pessimist degene die het heeft zien aankomen. Hij heeft daarom ook al nagedacht over manieren om met dit slechte scenario om te gaan, of zelfs uit dit slechte scenario te komen. Een optimist is door het slechtste scenario echter volledig overrompeld. Niet alleen heeft hij geen strategie om uit dit scenario te komen, hij is er emotioneel ook nog eens door uit het veld geslagen.
Blijft het slechtste scenario uit, of - beter nog - doet het beste scenario zich voor, dan is dat 'slechts' waar de optimist op rekende, maar voor de pessimist een (enorme) meevaller. De pessimist zal dus positieve emoties ervaren die een optimist nooit echt zal kennen.
Bovendien is het waarschijnlijker dat een pessimist bij het gewenste scenario uitkomt dan een optimist. Een optimist gaat er immers vanuit dat het wel goedkomt; een pessimist ziet de beren op de weg en bedenkt hoe deze getackled kunnen worden. Het resultaat is dat de pessimist al bij de finishlijn staat, terwijl de optimist ergens onderweg gestrand is bij een stel beren en geen idee heeft hoe hij z'n weg moet vervolgen.

Natuurlijk, niemand is volledig optimistisch of volledig pessimistisch. Ieder mens heeft van beide wat. Wel is het zo, dat optimisme een stuk houdbaarder is in levens die gevrijwaard blijven van tegenslagen. Mensen die zich nooit ergens zorgen over hoeven te maken, en die de zekerheid hebben dat ze op hun pootjes terechtkomen, kunnen het zich permitteren om optimistisch te zijn. Optimisme is een economische luxe.
Mensen bij wie alles is komen aanwaaien, die nooit een vinger ergens voor hoeven uitsteken, en die weten dat het voor al hun levensdagen wel snor zit, daar zie je vaak een onuitstaanbaar optimisme. Dat ze daarenboven ook nog eens willen "uitdragen" (of: opleggen) aan ons, ploeteraars, gewone stervelingen. "Succes is een keuze," roepen zij, "kunnen is willen" en (de allerergste) "denk niet in problemen, maar in oplossingen!"

En dat brengt ons bij Mark Rutte; premier van Nederland. De man die bekendstaat, en geprezen wordt, om zijn optimisme.
Maar bovenstaande in ogenschouw nemende, is het helemaal niet zo'n goede zaak dat het optimisme zo dominant in hem vertegenwoordigd is. Zijn dominante optimisme legt bloot dat hij weinig van het echte leven geproefd heeft. Er is hem enorm veel met een gouden lepel opgediend, terwijl hij erg weinig in de keuken heeft moeten staan.
Bovendien maakt zijn optimisme dat hij zich niet geroepen voelt om het land beter te maken, en dat hij niet toegerust is om de problemen die zich voordoen te zien en aanpakken. En, optimistisch als hij is, gaat hij prat op deze onbekwaamheid: "visie is een olifant die het zicht belemmert."

De schadelijkheid van Rutte's optimisme blijkt ondermeer uit zijn aanpak van de coronacrisis. Een wereldwijde pandemie, die ook in Nederland de kop opsteekt, past helemaal niet in een optimistisch wereldbeeld. En dus heeft Rutte geen idee hoe hij hiermee om moet gaan.
Iedere maatregel die het kabinet heeft genomen kwam te laat, is onder druk van buitenaf afgedwongen, en zijn soms ook nog eens te zwak. Het is bijna alsof Rutte erop vertrouwt dat het virus vanzelf wel weggaat.
Er waren te lang onvoldoende mondkapjes. De scholen bleven te lang open. IC-capaciteit wordt maar niet uitgebreid. De kerken blijven maar een uitzonderingspositie krijgen bij de maatregelen.
Bovendien dacht hij de kool en de geit (lees: de vliegsector) te kunnen sparen, door in de zomervakantie geen reisverbod naar het buitenland in te stellen. Dit optimisme bracht ons de tweede golf.
En nu zijn we zo'n beetje hekkensluiter in Europa qua vaccineren, omdat de leiding van Nederland de organisatie niet op orde had. Het optimistische kabinet achtte het kennelijk niet nodig om vooruit te plannen. "We zijn wendbaar genoeg," riep men vooraf, om deze week - achteraf - te constateren dat het ons "aan wendbaarheid ontbrak."
Inmiddels zijn er bijna 12.000 mensen in Nederland aan het virus overleden. Dat zijn 726 sterfgevallen per miljoen Nederlanders - tegenover een wereldwijd sterftecijfer van slechts 240 per miljoen inwoners. We zijn één van de rijkste landen ter wereld, maar het virus is hier bijna driemaal dodelijker dan het wereldwijde gemiddelde.
Dit is wat je noemt dodelijk optimisme.

Rutte en zijn VVD zijn niet alleen optimistisch, ze hebben het optimisme ook nog eens gepolitiseerd. Het tenenkrommende "denk niet in problemen, maar in oplossingen" wordt vaak door liberalen in de mond genomen.
Allereerst is dat natuurlijk volkomen hypocriet, omdat we van Rutte vooral uitvluchten zien in plaats van oplossingen. Anders waren de slachtoffers van de toeslagenaffaire al lang gecompenseerd - en was die hele zaak nooit verworden tot een alsmaar diepere beerput.
Daarbij komt dat oplossingen niet bestaan zonder problemen. Iets kan geen oplossing zijn als het geen probleem wegneemt - of op zijn minst verzacht. Wie "niet in problemen maar in oplossingen denken" miskent de definitie van oplossingen, en kijkt weg van de problemen.
Het mag geen toeval zijn dat aantal daklozen tijdens Rutte's regeerperiode meer dan verdubbeld is. Dat er een stijging is van mensen rond het sociaal minimum, dat zeer moeilijk rondkomt. Dat de publieke sector stukje bij beetje weg wordt bezuinigd. Dat de belastingdruk steeds meer verlegd wordt van grote bedrijven naar huishoudens.
In het politieke optimisme van Rutte is er geen plaats voor problemen. En als problemen niet meer te ontkennen zijn, heeft hij maar één respons: krampachtig blijven lachen.
Want... we moeten toch wel positief blijven!

Nou, die positiviteit krijg je niet door halsstarrig optimisme. Of door mensen die de problemen wel zien weg te zetten als kwaadwillende doemdenkers.
Door zo te doen wek je geen positiviteit maar polarisering op!
Weg dus met het gepolitiseerde optimisme - waarmee ik niet wil zeggen dat er helemaal geen optimisme meer mag zijn. In tegendeel: laat er voldoende optimisme zijn om te kunnen geloven dat het best denkbare mogelijk is.
Maar laat dit gedoseerde optimisme in balans zijn met voldoende pessimisme om de obstakels daar naartoe te kennen, toegerust te zijn om die te overwinnen, en voor elk scenario een beter antwoord te hebben dan geforceerd gegrinnik.
Beschouw visie niet als een olifant die het zicht belemmert, maar als een olifant die je op de plaats van bestemming brengt, en de belemmeringen van je pad verwijdert.
Wees, al met al, realistisch. Positief pessimistisch.

Afscheid nemen van Mark Rutte, de VVD en hun politieke optimisme.
Dat is een prettig vooruitzicht...
(Dus reken er maar niet op.)

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier