h

Politeia, episode 3

22 juli 2015

Politeia, episode 3

De Ideale Markt

Wanneer dus verschillende mensen elkaars steun inroepen, de één voor dit, de ander voor dat, en wanneer zich ten gevolge van die behoeften een groot aantal mensen op één plaats verzamelt om met elkaar samen te werken en elkaar te helpen - het is aan dat samenwonen dat we de naam maatschappij hebben gegeven.
Sokrates

In zijn reactie op het pleidooi tegen de moraal, tuigt Sokrates een maatschappij van begin af aan op. De mens heeft voedsel, kleding en onderdak nodig; een samenleving bestaat dus minimaal uit een boer, een kleermaker en een huizenbouwer ~ eventueel aangevuld met een schoenmaker of een andere handwerker.
Sokrates' gezelschap kan niet anders dan dit beamen. Ook moeten ze beamen dat deze samenleving beter af is wanneer elk van hen zich kan richten op een specifieke taak, dan wanneer ieder lid afzonderlijk en enkel ten bate van zichzelf zorg draagt voor zijn huis, voedsel, kleren, schoenen, en wat er nog meer nodig is.

Omdat een mens het meest succes behaalt in zijn werk, wanneer hij of zij zich specialiseert, betoogt Sokrates, zullen er meer mensen nodig zijn; bijvoorbeeld makers van de gereedschappen die de anderen weer kunnen gebruiken voor hun werkzaamheden.
Langzaam maar zeker voegt hij steeds meer mensen aan die minimale samenleving toe ~ opdat er in steeds meer behoeften wordt voorzien. Maar dan nog zal de samenleving zaken nodig hebben waarover zijzelf niet beschikt; die zullen door handelsreizigers van elders geïmporteerd moeten worden. Maar die kun je niet met lege handen op pad sturen; anders komen ze ook met lege handen terug. Dus zal er een surplus moeten worden geproduceerd, ten behoeve van de export.

Met zijn samenleving tuigt Sokrates een economie op. Een plaats waar diensten en goederen tegen elkaar worden uitgewisseld, veelal met tussenkomst van geld. Onderwijl blijft hij zijn gehoor ervan overtuigen dat dit alles tot voordeel is van alle deelnemende partijen.
"Als men dan iets met de anderen deelt, doet men dat in de overtuiging dat men daarmee gebaat is," zegt hij.
De econoom Adam Smith (1723-1790) zegt het hem in zekere zin na: "Het is niet vanwege de goedheid van de slager, de brouwer of de bakker dat wij ons eten verwachten, maar vanwege hun eigenbelang."

Een marktsamenleving kan niet zonder regels en afspraken, zo betoogde ik al in 'Het Kapitaal' (2014) ~ en met name in het zesde deel. Zeer de moeite waard om nog eens na te lezen, al zeg ik het zelf.

Hiermee lijkt een deel van Glaukon's pleidooi tegen de moraal ontkracht. Glaukon stelde ondermeer dat wetten slechts voor minderwaardige mensen zijn, die niet de kracht of moed hebben om te pakken wat ze nodig hebben of willen hebben ~ noch om lijf en goed te beschermen wanneer iemand dit bij hen zou doen. Sterke, verstandige mensen, zouden geen afspraken zouden maken die niet in hun voordeel zouden zijn.
Maar als je bedenkt dat een mens in collectief verband meer voordeel geniet dan als eenling, en dat het collectief nu eenmaal gebaat is bij een set afspraken waaraan men zich houdt, houdt dit geen stand.

Dat economie vraagt om een zekere moraal, wil overigens niet zeggen dat ethiek te vermarkten is. Niet alles is te vangen in een afweging van voordeel en nadeel.
In zijn boek 'Niet Alles is te Koop'* (uitgeverij Ten Have, 2012) beschrijft Michael J. Sandel hoe een kinderopvang in Israel te maken had met ouders die hun kinderen te laat kwamen ophalen. Dit, tot ongemak van de pedagogisch medewerkers. Om een einde te maken aan de gewoonte om kinderen te laat op te halen, voerde de kinderopvang een boetesysteem in.
De verwachting was, dat ouders hun kinderen minder vaak te laat zouden ophalen. Immers, het te laat ophalen van je kind levert je een financieel nadeel op.
Het tegenoverstelde gebeurde: het aantal ouders dat hun kinderen te laat ophaalde nam juist toe.
De reden hiervoor, was dat ouders de boete beschouwden als een vergoeding voor de extra service ~ en zich dientengevolge niet meer schuldig voelden ten opzichte van de pedagogisch medewerker wanneer zij te laat kwamen. Ze werd er immers voor vergoed?
Toen deze kinderopvang na verloop van tijd van het falende boetesysteem afstapte, herstelde de situatie zich niet. De intrinsieke waarde van je kind op tijd van de kinderopvang halen, was reeds vernietigd door het economische afwegen van belangen.

Thrasymachos zal de te laat komende ouders vast beschouwen als "bovenmensen", die zich aan god noch gebod storen zolang zij er zelf maar beter van worden.
Glaukon zal het moeilijker met dit voorbeeld hebben. De ouders handelen in hun voordeel (dus verstandig, dus goed), maar in het nadeel van het collectief ~ en daarmee indirect in hun eigen nadeel (dus onverstandig, dus slecht).

De les die wij hieruit kunnen trekken, is de volgende. Een economie is een goede aanleiding om afspraken (regels, wetten) te maken; als instrument hiertoe is zij echter niet altijd geschikt.


*) Oorspr. titel: What Money Can't Buy; The Moral Limits of Markets

Reactie toevoegen

(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.
(If you're a human, don't change the following field)
Your first name.

Plain text

  • Geen HTML toegestaan.
  • Regels en alinea's worden automatisch gesplitst.

U bent hier