Politeia, episode 7
Politeia, episode 7
Democratie en Degeneratie
Als onze financiële positie in de samenleving het criterium wordt bij de beoordeling van onze waarde als mens, raken morele waarden op de achtergrond en zal het morele peil van de hele bevolking dalen. (...) Mensen met geld worden dan gewaardeerd, bewonderd en in de regering opgenomen en wie rijk is telt niet mee.
Sokrates
De enkele interrupties die Adeimantos pleegt, vragen vooral naar praktische punten. Welke positie moet de vrouw innemen in de samenleving? Zouden politici wel genoegen nemen met een bezitloos bestaan in een barak ~ terwijl ze een luxeleven zijn gewend?
Uit Sokrates' beantwoording blijkt dat hij een theoreticus pur sang is. Hij is ervan overtuigd dat A via logische gevolgtrekking onherroepelijk langs B naar C gaat. Hij vraagt zich niet of of er andere consequenties denkbaar zijn van A, of dat A überhaupt een gelegitimeerd uitgangspunt is.
Vanuit zijn theoretische stelligheid onderscheid hij ook een vijftal staatsvormen of constituties, die hij onlosmakelijk koppelt aan een vijftal menstypes, en een specifieke volgorde waarin de ene staatsvorm (bij moreel verval) teloorgaat in de andere.
- Aristocratie of Monarchie: waarin de beste, meest geschikte mensen worden voorzien van 'koninklijke macht'. In het geval van zijn utopie zijn dat dus bezitloze wetenschappers.
- Timocratie: waarin de macht ligt bij de meest ambitieuze, eerzuchtige mensen. Dit komt doordat de leiders onzorgvuldig zijn bij het aanstellen van hun opvolgers.
- Oligarchie: waar geregeerd wordt door 'het kapitaal', omdat de timocratische leiders inhalige kinderen voortbrengen.
- Democratie: waarin de macht ligt bij het volk, en een veelheid van opvattingen naast elkaar kunnen bestaan. Een democratie ontstaat wanneer de armere klasse de verwaarlozing of uitbuiting door de rijke, regerende klasse niet meer pikt.
- Dictatuur: de macht ligt hier bij één enkel persoon. Als de democratie zwakke politici voortbrengt, zal de dictatuur ontstaan op het moment dat één sterk persoon de macht naar zich toe weet te trekken en door het volk in het zadel wordt gezet.
>"Mooi, we behandelen de constituties."
<"Adeimantos, je bent er nog?"
>"Natuurlijk ben ik er nog. Je dacht toch niet dat ik genoegen zou nemen met een eenmalig optreden? Zeker niet nadat je me vijf delen lang buiten beschouwing hebt gelaten!"
<"Blij dat je er bent. Ik zie dat je staat te popelen om iets in te brengen..."
>"Bijna twee en een half millennium lang heb ik de wereld zich zien ontwikkelen. Ik heb mooie dingen gezien, en verschrikkelijke zaken. Niet vaak heb ik in die tijd een podium gehad om te spreken, maar er knaagt iets aan mij. Iets wat ik in mijn gesprek met Sokrates heb nagelaten, maar wat nu ~ juist nu ~ serieuze bespreking behoeft."
<"Barst los!"
>"Wat is, als de aristocratie niet meetelt, de favoriete staatsvorm van Sokrates?"
<"Afgezien van de aristocratie? De democratie, natuurlijk."
>"En dat vindt jij niet gek?"
<"Nee, natuurlijk niet. Wat zou ik er gek aan moeten vinden?"
>"Bekijk de staatsvormen die Sokrates onderscheid eens goed. Let op de machtsverhoudingen. Er is maar één staatsvorm die principieel verschilt van de rest. Welke?"
<"De democratie?"
>"Heel goed. En waarom?"
<"Geen idee."
>"Omdat de democratie de enige van deze vijf staatsvormen is, waarin de macht verspreid wordt. Het is de enige die het beginsel van gelijkwaardigheid huldigt. Bij de andere constituties ligt de macht bij een enkele bovenmens, of een klein groepje daarvan. Ik zie werkelijk niet waarin een timocratie feitelijk verschilt van een oligarchie of een dictatuur. Of een aristocratie. In al die gevallen wordt het volk ondergeschikt gemaakt aan een zekere elite. Maakt het dan nog uit welke elite jou overheerst?"
<"Nou, eigenlijk..."
>"Ik vraag niet of het uitmaakt hoe een elite overheerst, maar welke."
<"Nee, dat niet."
>"Dus feitelijk zijn er maar twee basisstaatsvormen te onderscheiden: de democratie en de niet-democratie."
<"Inderdaad."
De constatering die Adeimantos zojuist deed, is niet zonder consequenties. Wanneer het onderscheid tussen de vijf staatsvormen vervalt, vervalt automatisch ook de volgorde waarin de ene in de volgende degenereert.
Dat blijkt goed te verdedigen aan de hand van de Russische revolutie. Onder de tsaar was Rusland een monarchie, na de revolutie een dictatuur. En hoe je de Russische republiek anno 2015 zou moeten typeren? Als timocratie? Als oligarchie? Of als iets wat nog helegaar niet besproken is?
En wat te denken van Chili onder het regime van dhr. Pinochet, die de democratisch gekozen Allende verstootte? Uiteraard; het was een neoliberale dictatuur, maar is daarmee alles gezegd? Natuurlijk was Pinochet een dictator ~ maar het was ook het kapitaal dat de scepter zwaaide in Chili. Er is dus evenveel grond om Pinochet's regime oligarchisch als dictatoriaal te noemen.
En maakt het eigenlijk uit welk type niet-democratie er aan een regime moet worden toegekend? Als er een bovenmens verheven wordt boven de rest, verwordt die rest automatisch tot "ondermens". Het hebben van een niet-democratie is dus in strijd met het beginsel van gelijkwaardigheid ~ één van de morele plechtankers waarmee wij werken.
Daarom is het zaak om bovenmensen in toom te houden, en ervoor te waken dat de democratie niet degenereert in iets anders.
>"En dat brengt ons bij de Griekse kwestie."
<"Pardon?"
>"Griekenland. Het land waar ik vandaan kom. Jouw favoriete vakantieland. Bakermat van de filosofie, de democratie, de westerse beschaving. Dat Griekenland."
<"Wat is er met Griekenland?"
>"Wat is er met Griekenland? Wat is er niet met Griekenland. Jongen, volg jij het nieuws wel?"
<"Vluchtelingenproblematiek. De eurocrisis. Waar wil je het over hebben?"
>"Als je die twee zaken echt van elkaar wilt scheiden, dan de eurocrisis. Maar wat mij betreft zijn die twee zaken nauw met elkaar verweven."
<"Ik denk dat ik snap waar je naartoe wilt. Het democratische tekort van Europa."
>"Wat weet jij van de Griekse economische situatie?"
<"Niet gek veel meer dan de gemiddelde Nederlander. Ik zou niet goed kunnen uitleggen hoe de vork precies in de steel zit."
>"Doe maar een dappere poging."
<"De Griekse economie draaide tot voor de crisis op drie zaken. Een omvangrijke financiële sector, toerisme en de export ~ voornamelijk van olijfolie."
>"Reken ik goed. Wat gebeurde er toen?"
<"Toen brak de crisis uit. Banken vielen om en toestanden. Zakenbank Goldman Sachs, die voor de problemen had gezorgd pakte zijn biezen, en liet Griekenland met de sores zitten. Ondertussen liep het toerisme terug, omdat de Europeaan minder te besteden had. En de export van olijfolie is te weinig om een economie draaiende mee te houden."
>"Ga door."
<"De situatie was zo erg, dat Griekenland zelf dreigde om te vallen ~ al weet ik niet precies hoe een land kan omvallen. Dit zou gedempt kunnen worden door middel van devaluatie van de munt, maar door de Euro kan Griekenland dat dus niet doen."
>"En hoe wordt het dan nu opgelost?"
<"De andere landen schieten Griekenland te hulp."
>"Nou, het is maar wat je hulp noemt. Er gaat geld naar Griekenland, maar dat wordt meteen ingepikt door de toch al zieke financiële sector. En het geld dat naar Griekenland gaat is geen cadeautje, maar een lening."
<"Maar dan wordt de Griekse schuldenlast alleen maar groter, toch? Die zogenaamde hulppakketten brengen Griekenland alleen maar verder in de problemen."
>"En dat is nog maar het topje van de ijsberg. De leningen waarmee Europa de Grieken zogenaamd helpt, kosten meer dan alleen de rentelasten."
<"Wat bedoel je?"
>"Stel, iemand leent jou een tientje zodat jij je boodschappen kan doen. Maar ze wil niet alleen dat je later dat tientje terugbetaalt, ze wil ook nog eens bepalen welk brood je van dat tientje koopt. Zo gaat het ook met Griekenland: de Eurogroep wil feitelijk de Griekse nationale begroting bepalen."
<"Dat is niet lief."
>"En terwijl Dijsselbloem en zijn vriendjes 'hervormingen' eisen van het land dat het meest hervormd heeft van allemaal, is er hongersnood in Griekenland. In de EU, dus. En in plaats van solidariteit te tonen..."
<"... schildert men de Grieken af als een lui volk."
>"En is dat terecht?"
<"Niet in mijn beleving. De winkeltjes en restaurantjes in Griekenland waren dag en nacht open, leek het wel. Als ik wakker was, kon ik terecht voor een hapje eten of mijn boodschappen. Ik ervaar de Grieken juist als één van de hardst werkende volkeren die ik ken."
>"En toch staan ze bekend als lui. Waarom?"
<"Tsja, waarom eigenlijk? Omdat ze minder geld hebben?"
>"En waarom wil de Eurogroep de Griekse begroting bestieren?"
<"Ook weer omdat de Grieken minder geld hebben."
>"Dus vanwege een financiële situatie meent men een democratisch gelegitimeerde regering te kunnen overrulen. Terwijl de Eurogroep formeel geen beslisbevoegdheid heeft, noch zich verhoudt tot democratische controle."
<"Dus wat je probeert te zeggen is..."
>"... dat 'Europa' een niet-democratie is. Een oligarchie, als je het wilt classificeren. Het kapitaal regeert. Omwille van geld manifesteert de Eurogroep zich als bovenmens of Atlas tegenover nationale democratieën."
<"Er vindt dus een degeneratie van de democratie. En met de democratie, is ook het beginsel van gelijkwaardigheid in gevaar!"
>"Dat lijkt me een groter probleem dan het feit dat één of andere marketing-afdeling verschillende merken cider voor jou en je vrouw op het oog heeft..."
<"Inderdaad..."
- Zie ook:
- Jan Breur
Reactie toevoegen