Nachtwerk
Nachtwerk
Van 's morgens vroeg tot 's avonds laat...
"Half twaalf," zei ik, terwijl ik een blik op de klok boven de uitgang van de Statenzaal wierp. "En ik kwam om een uur of negen binnen, dus ik heb maarliefst twee en een half uur op het Provinciehuis doorgebracht!"
"Je weet het leuk te brengen," grinnikte Bertrick. We hadden immers dik veertien uur zitten vergaderen - en we waren pas halverwege de agenda.
Omdat ik een gruwelijke hekel heb aan rijden in de ochtendspits, met name op de A27, geef ik de voorkeur aan het Openbaar Vervoer als ik 's ochtends vroeg op het Provinciehuis moet zijn. Heb ik haast, dan stap ik uit op Vaartsche Rijn en rijd ik met bus 29 naar 'het huis', maar het liefst rijd ik door naar Utrecht Centraal, trakteer ik mezelf op koffie en een saucijzenbroodje, en neem ik bus 28.
Maargoed; als het erg laat wordt, is de terugweg een probleem. Dus als ik inschat dat we tot erg laat bezig zijn, pak ik de auto. Mocht ik onverhoopt te optimistisch zijn, dan ben ik genoodzaakt Bertrick om een lift te vragen. SGP-statenlid Bertrick van den Dikkenberg woont in buurgemeente Rhenen en mijn nederige stolpje ligt min of meer op zijn route.
En nu was ik dus te optimistisch geweest. De laatste vergadering van het politieke seizoen was - net als de eerste - opgeknipt. Nu niet in drie, maar in twee etappes. Maar toch...
Juist omdat de agenda al op voorhand was opgeknipt, was ik er vanuitgegaan dat we die avond toch tijdig konden stoppen. Het tegendeel was waar: van pakweg negen uur 's ochtends tot dik half twaalf 's avonds zat ik op het Provinciehuis. Dus stapte ik in de voorlaatste schorsing eventjes op Bertrick af, en vroeg: "Mag ik je op de terugweg mijn gezelschap aanbieden?"
Natuurlijk is het best ironisch dat ik te optimistisch was. Eerder die dag had ik in mijn Algemene Beschouwingen gewaarschuwd voor een teveel aan optimisme: "Een optimist neemt de beste uitkomst als uitgangspunt, en zal daarom vaak geconfronteerd worden met tegenvallende resultaten. Een pessimist daarentegen neemt de minst goede uitkomst als uitgangspunt, en zal daardoor vooral blij verrast zijn door meevallers. Niet alleen dat, maar doordat hij de beren op de weg ziet, kan hij maatregelen nemen om de beer te ontwijken - en dus die gevreesde slechte uitkomst voorkomen. Met pessimisme krijg je dus betere resultaten."
Ik pleitte voor een hoopvol pessimisme; voldoende optimisme om te geloven dat het goed KAN komen, naast voldoende pessimisme om te beseffen dat dit niet vanzelf gaat.
Bertrick en ik liepen naar de hoofduitgang. De laatste keer dat ik met hem meereed, wilden we de zijuitgang nemen, maar die opende niet. En de deur terug sloot ook zonder te heropenen, waardoor we toen een tijd in een halletje opgesloten hadden gezeten. Gelukkig had Sjors Nagtegaal ons gezien, en kon hij de beveiliging inseinen, waardoor we alsnog de huisreis konden aanvaarden. Maar dat zou ons geen tweede keer overkomen: nu namen we de hoofduitgang. De buitenlucht begroette ons.
"Zo te voelen is het mooi weer geweest vandaag," constateerde Bertrick.
"O," antwoordde ik, "daar heb ik niets van meegekregen."
Bertrick evenmin; hij had immers ook het klokje rond en dan nog wat vergaderd.
"Ik geloof dat er sprake was van een temperatuur en er viel wel of geen neerslag," grapte ik.
"En de zon heeft misschien geschenen," vulde Bertrick aan.
"Afhankelijk van je opvattingen," bracht ik in, "doet die dat al ettelijke miljarden of zesduizend jaar..."
We stapten in Bertrick's auto en reden weg.
Onderweg spraken we over van alles. Het vaderschap, ondermeer. En het slaapgedrag - of gebrek daaraan - van onze kinderen. Dat ik er stiekem blij van wordt als Tobias midden in de nacht bij mijn bed staat om te melden dat hij een enge droom heeft gehad. En dat ik hem dan terug naar zijn eigen bed draag; een klein geluksmomentje waar ik graag mijn schaarse nachtrust voor onderbreek.
Maar we spraken natuurlijk ook over dat andere dat ons bindt: het Statenlidmaatschap - en de afgelopen vergadering in het bijzonder. Met de Algemene Beschouwingen, en de Kadernotabehandeling. Een bijzondere vergadering, waarbij ik een mooie ideologische overwinning op de liberale gedeputeerde Van Schie behaalde.
Ik had een motie ingediend om de mogelijkheid te creëren om het streekvervoer in publieke handen te krijgen. Toegegeven; de motie was opgesteld door de BBB, maar door interne partijmachinaties mochten die hem niet indienen. Hij lag al een tijdje op de plank, en uiteindelijk hebben ze mij zowel voor als achter de schermen toestemming gegeven om hem in te dienen - en aldus geschiedde.
Hoewel Gedeputeerde Van Schie een uitgesproken voorkeur heeft het OV aan winstbeluste marktpartijen over te laten, en dus de motie ontraadde, dacht een meerderheid van de Utrechtse Staten daar anders over. De motie werd dus aangenomen.
Een andere SP-motie die werd aangenomen, had Tim voor me voorbereid. Daarin verzochten we het College om met de gemeente Utrecht en andere betrokkenen om de tafel te zitten om de in haar voortbestaan bedreigde Verkeerstuin Transwijk te redden. Op de PVV na, schaarden de Staten zich unaniem achter deze motie.
De motie waarmee Dane me op pad had gestuurd had minder succes. Daarin verzochten we het College om na te gaan wat we nog zouden kunnen doen om het wonen in onze mooie provincie betaalbaarder te maken. Maar Gedeputeerde Staten, en een meerderheid in Provinciale Staten, was van mening dat de provincie al meer dan genoeg doet - en dus sneuvelde dit verzoek op de vloer van de Statenzaal.
De Statenzaal, waar ik dus - afgezien van de lunch- en dinerpauze - een hele dag had doorgebracht, alvorens ik mij in de auto van een zeer gewaardeerde 'conculega' naar huis liet rijden terwijl de avond stilletjes overging in de nacht.
De auto draaide de straat in, waar mijn huis staat. Waar Barbara, Tobias en Isabel in een diepe slaap lagen; en mij niet zouden horen binnenkomen. Waar ik ongemerkt in mijn bed zou neerploffen en vrijwel direct in een even diepe slaap zou vallen.
Voordat ik uit de auto zou stappen, bedankte ik Bertrick voor de lift. "Als jij volgende week nou met het OV gaat," stelde ik voor, "kun rij ik dan wel."
Immers; de vergadering zat er nog niet op. De tweede helft moest nog gespeeld worden. Waarin er onwaarschijnlijk lang over parkeertarieven zou worden gedebatteerd. Waarin Mieke Hoek de voltallige oppositie achter zich had geschaard om kortparkeren in P+R Breukelen gratis te houden. Waarin de voltallige coalitie daarentegen bleef geloven in 'prijsprikkels' zonder een alternatief.
Een tweede helft die nauwelijks korter zou blijken dan de eerste.
Even was Bertrick stil. Hij keek in de richting van mijn huis.
Misschien was het de oude Skoda die hij in de carport zag staan. Misschien hield hij gewoon zelf de handen aan het stuur. Of misschien had hij gewoon goed geluisterd toen ik het over mijn afkeer jegens de ochtendspits had - en wilde hij me dit niet aandoen.
Maar "weet je wat," was zijn antwoord, "ga jij maar lekker met het OV."
En dus zat ik zeven dagen later weer, in de late avond, in de bijrijdersstoel van Bertrick's auto...
Zie ook:
- Algemene Beschouwingen: Hoopvol pessimisme
- Succes in de Provincie
- Op naar een publiek OV
- Hoop voor de verkeerstuin!
- Onnodig betaald parkeren in Breukelen
In de provincie:
- Zie ook:
- Jan Breur
- Provincie/regio
Reactie toevoegen