Het is een goede gewoonte aan het worden. Een stukje verdieping in het politieke laagseizoen. Ook dit jaar zal er weer een artikelenreeks verschijnen, aan de hand van een bepaald thema.
Afgelopen maandag hadden Toke en ik het genoegen om samen met veel andere politiek geïnteresseerden vanaf de Tribune de Kadernota te volgen. De kadernota is een politiek feestje voor de partijen. Voorafgaande op de begroting geven zij hier hun algemene beschouwingen. Zij leggen in een redevoering een verklaring af wat hun motieven en drijfveren zijn.
Onlangs zag ik op you tube een filmpje, waar ik erg treurig van werd. Een Nederlandse vrachtwagenchauffeur ontdekte in Calais dat hij twee Syrische (?) verstekelingen had. In plaats van dat hij de twee vrouwen vroeg zijn vrachtwagen te verlaten of de hulp van de douane inschakelde, reed hij nog een rondje stopte en zei de vrouwen dat ze in Engeland waren. De vrouwen waren door het dolle heen: ze riepen duizend maaldank je wel, ze kusten de grond, ze omhelsden elkaar.
Na, denk ik, een reis met veel ontberingen, dachten ze hun einddoel te hebben bereikt.
Een Kadernota is doorgaans een potloodschets voor de tijd die voor ons ligt; en wordt 'ingekleurd' met de begroting – later in het jaar. De Kadernota die voorligt heeft echter een sterk gehalte van 'op de winkel passen': het is een feitelijke opsomming van veranderende financieringsstromen en eerder gemaakte afspraken, maar nieuwe concrete beleidsvoornemens staan er niet in.
Er bestond een voornemen om SW-bedrijven IW4 en Permar te laten fuseren. Hoewel IW4 het afgelopen jaar de nodige problemen heeft gehad, hebben ze een verwacht verlies om kunnen buigen naar winst. Permar daarentegen, is financieel ziek. Zo ziek, dat de gemeenten die over Permar gaan, hardop denken om eruit te stappen.
De Raad wordt donderdag gevraagd om de jaarrekening 2014 vast te stellen. Dit is voor de inwoners niet een onderwerp wat tot de verbeelding spreekt, echter dit is wel belangrijk.